diff --git a/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/x11/chapter.sgml b/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/x11/chapter.sgml index 81ed823472..ffed9b79b2 100644 --- a/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/x11/chapter.sgml +++ b/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/x11/chapter.sgml @@ -1,1839 +1,1856 @@ Ken Tom Bijgewerkt voor X.Org's X11 server door Marc Fonvieille Erik Radder Vertaald door Het X Window systeem Overzicht &os; gebruikt X11 om gebruikers een krachtige grafische gebruikersschil te bieden. X11 is een vrij beschikbare versie van het X Window System dat geïmplementeerd is in zowel &xorg; als &xfree86; (en andere softwarepakketten die hier niet worden besproken). &os; versies tot en met &os; 5.2.1-RELEASE hebben &xfree86; als standaard, de X11 server die is uitgebracht door The &xfree86; Project, Inc. Vanaf &os; 5.3-RELEASE is de officiële standaardversie van X11 gewijzigd naar &xorg;, de X11-server die is ontwikkeld door de X.Org Foundation onder een licentie die veel lijkt op degene die door &os; wordt gebruikt. Er zijn ook commerciële X-servers voor &os; beschikbaar. In dit hoofdstuk wordt de installatie en instelling van X11 behandeld met de nadruk op &xorg; &xorg.version; release. Voor informatie over het configureren van &xfree86; (i.e. op oudere uitgaven van &os; waar &xfree86; de standaard X11-distributie was) of vorige uitgave van &xorg;, is het altijd mogelijk om gearchiveerde versies van het &os; Handboek op te raadplegen. Meer informatie over de videohardware die X11 ondersteunt kan gevonden worden op de &xorg; website. Na het lezen van dit hoofdstuk weet de lezer: Wat de componenten van het X Window systeem zijn en hoe zij samenwerken. Hoe X11 geïnstalleerd en ingesteld kan worden. Hoe verschillende window managers geïnstalleerd en gebruikt kunnen worden. Hoe &truetype; lettertypen in X11 te gebruiken. Hoe het systeem ingesteld moet worden voor grafisch aanmelden (XDM). Aangeraden voorkennis: Hoe extra software van derden te installeren (). X begrijpen X voor de eerste keer gebruiken kan een hele schok zijn voor mensen die gewend zijn aan andere grafische omgevingen, zoals µsoft.windows; of &macos;. Het is niet noodzakelijk om alle details te kennen over de X componenten en hoe zij samenwerken, maar enige basiskennis draagt wel bij aan krachtiger gebruik kunnen maken van X. Waarom X? X is niet het eerste windows systeem dat geschreven is voor &unix;, maar wel het meest populaire. Het oorspronkelijke X ontwikkelteam werkte eerst aan een ander window systeem. De naam van dat systeem was W (van Window). X was gewoon de volgende letter in het alfabet. X kan gewoon X, X Window systeem, X11 of nog anders genoemd worden. X11 X Windows noemen kan door sommigen als een belediging opgevat worden. &man.X.7; kan hierover wat licht laten schijnen. Het X client/server model X is vanaf het begin aan ontworpen om netwerk-centraal te zijn en gebruikt een client-server model. In het X model draait de X server op de computer waar het toetsenbord, beeldscherm en muis aan vast zit. De server is verantwoordelijk voor het regelen van beeldinformatie, verwerken van invoer van toetsenbord en muis, en andere invoer- of uitvoerapparaten (i.e. een tablet kan als invoerapparaat worden gebruikt, en een videoprojector kan een alternatief uitvoerapparaat zijn). Iedere X applicatie (zoals XTerm, of &netscape;) is een cliënt. Een cliënt stuurt berichten naar de server zoals teken een venster op deze coördinaten en de server stuurt berichten terug zoals de gebruiker heeft op de OK knop gedrukt. Thuis of in kleine bedrijven draaien zowel de X server als de X clients op dezelfde machine. Het is heel goed mogelijk dat de X server op een minder krachtige desktop computer draait en de X applicaties (de clients) op een, zeg maar, dure krachtige machine van het bedrijf. Hier vindt de communicatie tussen de X client en server plaats over het netwerk. Dit verwart sommige mensen, omdat de X terminologie geheel omgekeerd is aan wat ze verwachten. Dat is namelijk dat de X server de grote krachtige machine aan het eind van de gang is en de X client de machine op hun bureau is. De X server is de machine met het beeldscherm en het toetsenbord en de X clients zijn de programma's die de vensters tonen. Het protocol vereist niet dat de clients en servers hetzelfde besturingssysteem moeten draaien of hetzelfde soort computer moeten zijn. Het is heel goed mogelijk om X server op een µsoft.windows; of Apple's &macos; te draaien en er zijn verschillende gratis en commerciële applicaties die dat doen. De window manager De filosofie van het X ontwerp lijkt veel op die van &unix;: gereedschappen, geen beleid. Dit houdt in dat X niet bepaalt hoe een taak volbracht moet worden. In plaats daarvan worden gereedschappen geleverd aan de gebruiker die verantwoordelijk is voor het juiste gebruik hiervan. Deze filosofie verbreedt zich door X niet te laten bepalen hoe vensters er moeten uitzien op het scherm, hoe ze verplaatst moeten worden met de muis, welke toetsaanslagen gebruikt moeten worden om te schakelen tussen vensters (bijvoorbeeld AltTab in het geval van µsoft.windows;), hoe de titelbalken eruit moeten zien, of ze wel of niet sluitknoppen moeten hebben, enzovoort. In plaats daarvan delegeert X deze verantwoordelijkheid aan een applicatie die Window Manager heet. Er zijn tientallen window managers voor X: AfterStep, Blackbox, ctwm, Enlightenment, fvwm, Sawfish, twm, Window Maker en vele anderen. Elk van deze window managers heeft een eigen voorkomen en werking. Er zijn window managers met virtual desktops of met eigen toetscombinaties om de desktop te beheren; of hebben een Start knop of iets gelijksoortig. Sommige gebruiken thema's die uiterlijk en beleving compleet veranderen door een nieuw thema te kiezen. Window managers zijn te vinden in de categorie x11-wm van de Portscollectie. De KDE en GNOME desktop omgevingen hebben hun eigen window managers die in het bureaublad zijn geïntegreerd. Iedere windows manager heeft zijn eigen manier van instellen. Sommige werken met handgetypte bestanden, anderen beschikken over grafische gereedschappen voor de meeste instellingen. Er is er minstens één (Sawfish) waarvan het instellingenbestand is geschreven in een dialect van de taal Lisp. Focusbeleid De window manager is ook verantwoordelijk voor het focusbeleid van de muis. Ieder window geörienteerd systeem heeft een manier nodig om te bepalen welk venster actief is, toetsaanslagen ontvangt en daarbij zichtbaar aangeeft welk venster actief is. Een bekend focus beleid heet click-to-focus. Dit model wordt gebruikt door µsoft.windows;, waarbij een venster actief wordt door er met de muis op te klikken. X ondersteunt geen specifiek focusbeleid. In plaats daarvan bepaalt de window manager op welk venster, op welk moment, de focus ligt. Een aantal window managers ondersteunen verschillende focusmethoden. Ze ondersteunen allemaal click to focus en de meerderheid ondersteunt ook nog andere. De meest populaire zijn: focus-volgt-muis (focus-follows-mouse) Het venster dat onder de muis zit is het venster waarop de focus ligt. Dit hoeft niet het venster te zijn dat bovenop alle andere vensters ligt. De focus verandert door te wijzen naar een ander venster. Het is niet nodig om er ook nog eens op te klikken. slordige-focus (sloppy-focus) Dit beleid is een kleine uitbreiding op focus-follows-mouse. Indien bij focus-follows-mouse de muis over het root venster (of de achtergrond) gaat, ligt op geen enkel venster de focus en gaan alle toetsaanslagen verloren. Bij sloppy-focus, verandert de focus alleen als de muis in een nieuw venster komt en niet als het huidige venster wordt verlaten. klik-voor-focus (click-to-focus) Het actieve venster wordt geselecteerd door erop te klikken. Het venster wordt dan opgetild en verschijnt dan voor alle andere vensters. Alle toetsaanslagen worden nu naar dit venster gestuurd, zelfs als de cursor naar een ander scherm wordt verplaatst. Veel window managers ondersteunen andere soorten of variaties op de bovenstaande typen muisbeleid. Hierover staat meestal meer in de documentatie van de betreffende window manager. Widgets De X aanpak door gereedschappen te leveren en niets af te dwingen breidt zich uit naar de widgets die in elk applicatievenster te zien zijn. Widget is een term voor alle dingen van de gebruikersinterface waarop geklikt kan worden of een andere actie mee uitgevoerd kan worden: knoppen, vinkvakjes, iconen, lijsten en ga zo maar door. µsoft.windows; noemt ze controls. µsoft.windows; en Apple's &macos; hebben beide een erg strikt widgetbeleid. Van de applicatieontwikkelaars wordt verwacht dat hun applicaties eenduidig zijn wat betreft uiterlijk en beleving. Bij X is ervoor gekozen geen grafische stijl of widgets te verplichten. X applicaties hebben dus niet allemaal hetzelfde uiterlijk. Er zijn populaire widgetsets en variaties, inclusief de originele Athena widgetset van MIT, &motif; (waarvan de widgetset van µsoft.windows; is afgeleid: schuine randen en drie gradaties grijs), OpenLook en anderen. De meeste nieuwe X applicaties gebruiken een modern uitziende widgetset: Qt, gebruikt door KDE, of GTK+ van het GNOME project. Vanuit dit oogpunt lijkt het enigszins op de &unix; desktop, wat het makkelijker maakt voor de beginnende gebruiker. X11 installeren &xorg; is de standaard X11 implementatie voor &os;. &xorg; is de X11 server van de open source implementatie die is uitgebracht door de X.Org Foundation. &xorg; is gebaseerd op de code van &xfree86 4.4RC2 en X11R6.6. De versie van &xorg; die momenteel beschikbaar is in de &os; Portscollectie is &xorg.version;. Om &xorg; vanuit de Portscollectie te bouwen en te installeren: &prompt.root; cd /usr/ports/x11/xorg &prompt.root; make install clean Om &xorg; compleet te bouwen is tenminste 4 GB vrije schijfruimte nodig. X11 kan ook als package geïnstalleerd worden doordat er binaire packages beschikbaar zijn voor &man.pkg.add.1;. Als hiervoor de optie remote fetching van &man.pkg.add.1; wordt gebruikt, dan moet het versienummer verwijderd worden. &man.pkg.add.1; haalt automatisch de laatste versie van het programma op. Om het package voor &xorg; op te halen en te installeren: &prompt.root; pkg_add -r xorg Het voorbeeld hierboven installeert de complete X11 distributie inclusief de servers, clients, lettertypen enz. Er zijn ook afzonderlijke packages en ports beschikbaar voor verschillende delen van X11. De rest van dit hoofdstuk licht toe hoe X11 wordt ingesteld en hoe een productieve desktopomgeving gebouwd kan worden. Christopher Shumway Geschreven door X11 instellen &xorg; X11 Voorbereiding Voordat er wordt begonnen met het instellen van X11 is de volgende informatie van de te installeren machine nodig: Monitor specificaties Chipset van de videokaart Geheugen van de videokaart horizontale scansnelheid verticale scansnelheid De specificaties van de monitor worden door X11 gebruikt om de resolutie en ververssnelheid te bepalen. Deze specificaties kunnen normaal gesproken verkregen worden uit de bij de monitor geleverde documentatie of van de website van de leverancier. Er zijn twee nummerreeksen nodig: de horizontale scansnelheid (scan rate) en de verticale synchronisatiesnelheid (vertical synchronization). De chipset van de videokaart bepaalt welk stuurprogramma X11 gebruikt om de grafische hardware aan te spreken. Bij de meeste chipsets kan dit automatisch bepaald worden, maar het is altijd handig om dit te weten voor het geval de automatische detectie niet correct werkt. Het geheugen op de videokaart bepaalt de resolutie en kleurdiepte waarmee het systeem kan werken. Dit is belangrijk omdat de gebruiker zo de grenzen van zijn systeem kent. X11 instellen Sinds versie 7.3 kan &xorg; vaak zonder enig instellingenbestand werken door eenvoudig op de prompt te typen: &prompt.user; startx Beginnend met versie 7.4 kan &xorg; HAL gebruiken om toetsenborden en muizen automatisch te detecteren. De ports sysutils/hal en devel/dbus worden als afhankelijkheden van x11/xorg geïnstalleerd, maar moeten met de volgende regels in het bestand /etc/rc.conf worden aangezet: hald_enable="YES" dbus_enable="YES" Deze diensten dienen gestart te worden (ofwel handmatig of door opnieuw op te starten) voordat er verder wordt gegaan met de configuratie van &xorg;. De automatische configuratie kan met sommige hardware mislukken, of het kan dingen anders instellen dan gewenst is. In deze gevallen is handmatige configuratie nodig. Bureaubladomgevingen als GNOME, KDE, of Xfce hebben gereedschappen waarmee de gebruiker eenvoudig de schermparameters zoals de resolutie kan instellen. Dus als de standaardconfiguratie niet acceptabel is en u van plan bent om een bureaubladomgeving te installeren kunt u gewoon doorgaan met de installatie van de bureaubladomgeving en het juiste scherminstelgereedschap gebruiken. Het instellen van X11 bestaat uit meerdere stappen. De eerste stap is het bouwen van een instellingenbestand. Dit kan als de supergebruiker met: &prompt.root; Xorg -configure Dit genereert een kaal X11-instellingenbestand in de map /root met de naam xorg.conf.new. Feitelijk wordt bepaald waar de map staat door hoe er superuser rechten zijn verkregen. $HOME is anders bij gebruik van &man.su.1; of bij direct aanmelden. Het X11 programma probeert dan de grafische hardware te detecteren en schrijft een instellingenbestand dat de juiste stuurprogramma's laadt voor de gevonden hardware van het systeem. De volgende stap is het testen van de bestaande instellingen om te controleren of &xorg; met de grafische kaart van het doelsysteem kan werken. Typ in &xorg; tot en met versie 7.3: &prompt.root; Xorg -config xorg.conf.new Beginnend met &xorg; 7.4 en hoger produceert deze test een zwart scherm wat het moeilijk kan maken om vast te stellen of X11 juist werkt. Het oudere gedrag is nog steeds beschikbaar door de optie te gebruiken: &prompt.root; Xorg -config xorg.conf.new -retro Als er een zwart/grijs rooster en een X muis cursor verschijnen was de instelling succesvol. Om de test te stoppen dient gelijktijdig op CtrlAlt Backspace gedrukt te worden. Deze toetsencombinatie stond standaard aan tot en met - versie 7.3 van &xorg;. Voeg de - volgende regel toe aan de sectie - ServerLayout of - ServerFlags van het instellingenbestand om - het in versie 7.4 en hoger aan te zetten: - - Option "DontZap" "Off" + versie 7.3 van &xorg;. Om het in versie + 7.4 en hoger aan te zetten, kunt u òfwel het volgende commando + uitvoeren vanaf elke X-terminal-emulator: + + &prompt.user; setxkbmap -option terminate:ctrl_alt_bksp + + òf een instellingenbestand voor het toetsenbord genaamd + x11-input.fdi voor + hald aanmaken en het in de map /usr/local/etc/hal/fdi/policy opslaan. + Dit bestand dient het volgende te bevatten: + + <?xml version="1.0" encoding="ISO-8859-1"?> +<deviceinfo version="0.2"> + <device> + <match key="info.capabilities" contains="input.keyboard"> + <merge key="input.xkb.options" type="string">terminate:ctrl_alt_bksp</merge> + </match> + </device> +</deviceinfo> + + U moet uw machine opnieuw opstarten om + hald te forceren om dit bestand te + lezen. Als de muis niet werkt, dan moet deze eerst ingesteld worden. Zie in het &os; installatiehoofdstuk. Verder worden beginnend met versie 7.4 de secties InputDevice in xorg.conf genegeerd ten voorkeur van de automatisch verbonden apparaten. Voeg de volgende regel aan de sectie ServerLayout of ServerFlags van dit bestand toe om het oude gedrag te herstellen: Option "AutoAddDevices" "false" Invoerapparaten kunnen dan zoals in vorige versies worden geconfigureerd, tezamen met eventuele andere benodigde opties (b.v. omschakelen van toetsenbordlayout). X11 optimaliseren Nu moet xorg.conf.new worden aangepast aan de smaak van de gebruiker. Hiervoor moet het bestand in een teksteditor zoals &man.emacs.1; of &man.ee.1; worden geladen. Eerst moeten de frequenties van de monitor toegevoegd worden. Die zijn meestal weergegeven als horizontale en verticale synchronisatiesnelheid. Deze waarden worden toegevoegd aan xorg.conf.new in het onderdeel "Monitor": Section "Monitor" Identifier "Monitor0" VendorName "Monitor Vendor" ModelName "Monitor Model" HorizSync 30-107 VertRefresh 48-120 EndSection In het instellingenbestand kunnen de sleutelwoorden HorizSync en VertRefresh missen. Als ze er niet staan, moeten ze toegevoegd worden met de juiste horizontale synchronisatiesnelheid achter het HorizSync sleutelwoord en de verticale synchronisatiesnelheid achter het VertRefresh sleutelwoord. In het bovenstaande voorbeeld werden de gegevens van de monitor ingevoerd. X kan DPMS (Energy Star) eigenschappen gebruiken bij monitoren die dit ondersteunen. &man.xset.1; regelt de timeouts en kan de statussen standby, suspend of uit forceren. Om DPMS eigenschappen voor een monitor te activeren, moet de volgende regel toegevoegd worden aan de monitor sectie: Option "DPMS" xorg.conf Als het instellingenbestand xorg.conf.new toch open staat in de editor dan kan ook meteen de gewenste standaardresolutie en kleurdiepte gekozen worden. Dit staat in het onderdeel "Screen": Section "Screen" Identifier "Screen0" Device "Card0" Monitor "Monitor0" DefaultDepth 24 SubSection "Display" Viewport 0 0 Depth 24 Modes "1024x768" EndSubSection EndSection Het sleutelwoord DefaultDepth beschrijft de kleurdiepte die standaard wordt gebruikt. Met de commandoregeloptie van &man.Xorg.1; kan dit overschreven worden. Het sleutelwoord Modes beschrijft de resolutie waarmee gewerkt wordt bij de opgegeven kleurdiepte. Alleen VESA standaarden die door de grafische kaart van het systeem worden gedefinieerd worden ondersteund. In het voorbeeld hierboven is de standaard kleurdiepte 24 bits per pixel. Bij deze kleurdiepte is de toegestane resolutie 1024 bij 768 pixels. Bij het oplossen van problemen zijn de logboekbestanden van X11 vaak een goede hulp. Ze bevatten informatie voor ieder apparaat waar de X11 server verbinding mee maakt. Namen van &xorg; logboekbestanden hebben de vorm /var/log/Xorg.0.log. De precieze naam van een logboekbestand van variëren van Xorg.0.log tot Xorg.8.log enzovoort. Als alles is ingesteld, moet het instellingenbestand op een plaats gezet worden waar &man.Xorg.1; het kan vinden. Dit is meestal /etc/X11/xorg.conf of /usr/local/etc/X11/xorg.conf: &prompt.root; cp xorg.conf.new /etc/X11/xorg.conf Het instellen van X11 is nu gereed. &xorg; gestart worden met &man.startx.1;. De X11-server kan ook gestart worden met behulp van &man.xdm.1;. Bijzondere instellingen Instellen met de &intel; i810 grafische chipset Intel i810 grafische chipset Instellen met &intel; i810 geïntegreerde chipsets vereist de agpgart AGP programmeerinterface voor X11 om de kaart aan te sturen. Zie de &man.agp.4; handleiding voor meer informatie. Hierdoor wordt het instellen van de hardware net als ieder andere grafische kaart. Bij systemen die zonder &man.agp.4; stuurprogramma gecompileerd zijn slaagt het laden van module met &man.kldload.8; niet. Het stuurprogramma moet in de kernel geladen zijn tijdens het opstarten door te compileren of door /boot/loader.conf te gebruiken. Een Breedbeeld Flatpanel toevoegen breedbeeld flatpanelconfiguratie Deze sectie gaat uit van wat diepere configuratiekennis. Als pogingen om de bovenstaande standaard instelgereedschappen niet tot een werkende configuratie leidden, dan is er genoeg informatie in de logbestanden om de opstelling aan de praat te krijgen. Het gebruik van een tekstverwerker zal nodig zijn. Huidige breedbeeldformaten (WSXGA, WSXGA+, WUXGA, WXGA, WXGA+, et. al.) ondersteunen 16:10 en 10:9 formaten of aspectverhoudingen die problematisch kunnen zijn. Voorbeelden van enkele veelvoorkomende schermresoluties voor 16:10 aspectverhoudingen zijn: 2560x1600 1920x1200 1680x1050 1440x900 1280x800 Op een gegeven moment zal het toevoegen van een van deze resoluties net zo eenvoudig zijn als een mogelijke Mode in het Section "Screen": Section "Screen" Identifier "Screen 0" Device "Card0" Monitor "Monitor0" DefaultDepth 24 SubSection "Display" Viewport 0 0 Depth 24 Modes "1680x1050" EndSubSection EndSection &xorg; is slim genoeg om de resolutie-informatie via I2C/DDC-informtie uit het flatpanel te onttrekken zodat het weet wat de monitor aan kan wat betreft frequenties en resoluties. Als die ModeLines niet bestaan in de stuurprogramma's, dient men &xorg; een kleine hint te geven. Met behulp van /var/log/Xorg.0.log kan men genoeg informatie onttrekken om handmatig een werkende ModeLine aan te maken. Kijk naar informatie die op deze lijkt: (II) MGA(0): Supported additional Video Mode: (II) MGA(0): clock: 146.2 MHz Image Size: 433 x 271 mm (II) MGA(0): h_active: 1680 h_sync: 1784 h_sync_end 1960 h_blank_end 2240 h_border: 0 (II) MGA(0): v_active: 1050 v_sync: 1053 v_sync_end 1059 v_blanking: 1089 v_border: 0 (II) MGA(0): Ranges: V min: 48 V max: 85 Hz, H min: 30 H max: 94 kHz, PixClock max 170 MHz Deze informatie wordt EDID-informatie genoemd. Hiervan een ModeLine maken is gewoon een kwestie van de nummers in de juiste volgorde zetten: ModeLine <name> <clock> <4 horiz. timings> <4 vert. timings> Dus de ModeLine in Section "Monitor" zou er voor dit voorbeeld uitzien als: Section "Monitor" Identifier "Monitor1" VendorName "GroteNaam" ModelName "BesteModel" ModeLine "1680x1050" 146.2 1680 1784 1960 2240 1050 1053 1059 1089 Option "DPMS" EndSection Na het voltooien van deze eenvoudige stappen, zou X moeten starten op uw nieuwe breedbeeldmonitor. Murray Stokely Bijgedragen door Lettertypen gebruiken in X11 Type1 lettertypen De standaard lettertypen van X11 zijn allerminst ideaal voor het typische bureaubladprogramma. Grote presentatielettertypen zien er hoekig en onprofessioneel uit en kleine lettertypen in &netscape; zijn bijna onleesbaar. Er zijn diverse gratis, kwalitatief goede Type1 (&postscript;) lettertypen die meteen gebruikt kunnen worden met X11. De URW lettertypecollectie (x11-fonts/urwfonts) heeft bijvoorbeeld hoge kwaliteit versies van standaard Type1 lettertypen (Times Roman, Helvetica, Palatino en anderen). De Freefonts collectie (x11-fonts/freefonts) heeft nog meer lettertypen, maar de meesten ervan zijn bedoeld om in grafische software als Gimp gebruikt te worden en zijn niet compleet genoeg om als schermlettertypen te gebruiken. Daarbij kan X11 zonder veel moeite ingesteld worden worden om &truetype; lettertypen te gebruiken. Meer informatie staat in &man.X.7; of de paragraaf over &truetype; Lettertypen. Om de bovenstaande Type1 lettertypecollectie van de Portscollectie te installeren: &prompt.root; cd /usr/ports/x11-fonts/urwfonts &prompt.root; make install clean Dat geldt ook voor de freefont en andere collecties. Om de X server te vertellen dat deze lettertypen bestaan, dient de volgende regel toegevoegd te worden aan het instellingenbestand van de X server (/etc/X11/xorg.conf): FontPath "/usr/local/lib/X11/fonts/URW/" Ook kan op de commando regel in de X sessie het volgende gestart worden: &prompt.user; xset fp+ /usr/local/lib/X11/fonts/URW &prompt.user; xset fp rehash Dit werkt wel, maar zodra de X sessie wordt afgesloten is het weer verdwenen tenzij het is toegevoegd aan het opstartbestand (~/.xinitrc voor een normale startx sessie of ~/.xsession als er wordt aangemeld met een grafische aanmeldmanager als XDM). Een derde manier is het gebruik van het nieuwe bestand /usr/local/etc/fonts/local.conf: zie hiervoor de paragraaf over over Anti-aliasing. &truetype; lettertypen TrueType lettertypen lettertypen TrueType &xorg; heeft ingebouwde ondersteuning voor het renderen van &truetype; lettertypen. Er zijn twee verschillende modules die deze functionaliteit activeren. In dit voorbeeld wordt de freetype module gebruikt omdat deze beter werkt met de andere lettertypen die back-ends renderen. Om de freetype module te activeren dient de volgende regel toegevoegd te worden aan het onderdeel "Module" van /etc/X11/xorg.conf. Load "freetype" Hierna dient een map voor de &truetype; lettertypen gemaakt te worden (bijvoorbeeld /usr/local/lib/X11/fonts/TrueType) en alle &truetype; lettertypen moeten naar deze map gekopieerd worden. &truetype; lettertypen kunnen niet direct van een &macintosh; gehaald worden. Ze moeten in een &unix;/&ms-dos;/&windows; formaat zijn voor X11. Zodra de bestanden naar deze map zijn gekopieerd, kan ttmkfdir gestart worden om een fonts.dir bestand te maken zodat de X lettertyperenderer weet waar deze nieuwe bestanden zijn geïnstalleerd. ttmkfdir zit in de &os; Portscollectie als x11-fonts/ttmkfdir. &prompt.root; cd /usr/local/lib/X11/fonts/TrueType &prompt.root; ttmkfdir -o fonts.dir Nu moet de &truetype; map toe aan het lettertypepad toegevoegd worden. Dit gebeurt op dezelfde wijze als boven is beschreven voor Type1 lettertypen: &prompt.user; xset fp+ /usr/local/lib/X11/fonts/TrueType &prompt.user; xset fp rehash of door een FontPath regel toe te voegen aan xorg.conf. Dat is alles. Nu herkennen &netscape;, Gimp, &staroffice; en alle andere X applicaties de geïnstalleerde &truetype; lettertypen. Extreem kleine lettertypen (zoals hoge resolutie tekst op een webpagina) en extreme grote lettertypen (in &staroffice;) zien er nu veel beter uit. Joe Marcus Clarke Bijgewerkt door Antialias lettertypen antialias lettertypen lettertypen antialias Anti-aliasing wordt door X11 sinds ondersteund sinds &xfree86; versie 4.0.2. Maar instellingen voor lettertypen waren bewerkelijk voordat &xfree86; 4.3.0 geïntroduceerd werd. Vanaf &xfree86; 4.3.0 zijn alle lettertypen die X11 in de mappen /usr/local/lib/X11/fonts/ en ~/.fonts/ aantreft automatisch beschikbaar voor anti-aliasing in applicaties die Xft ondersteunen. Niet alle applicaties ondersteunen Xft. Voorbeelden van applicaties met Xft ondersteuning zijn Qt 2.3 en hoger (de hulpprogramma's voor het KDE bureaublad), GTK+ 2.0 en hoger (de hulpprogramma's voor het GNOME bureaublad) en Mozilla 1.2 en hoger. Om te kunnen regelen welke lettertypen gebruik maken van anti-alias of om de eigenschappen van anti-aliasing in te stellen kan /usr/local/etc/fonts/local.conf gemaakt of gewijzigd worden. In dit bestand kunnen speciale eigenschappen van het Xft lettertypesysteem aangepast worden. Deze paragraaf beschrijft wat eenvoudige mogelijkheden. Meer details staan in &man.fonts-conf.5;. XML Dit bestand moet in het XML formaat opgemaakt worden. Hoofdletters en kleine letters worden onderscheiden en alle tags moeten netjes worden afgesloten. Het bestand begint met de gewone XML header gevolgd door een DOCTYPE definitie en daarna de <fontconfig> tag: <?xml version="1.0"?> <!DOCTYPE fontconfig SYSTEM "fonts.dtd"> <fontconfig> Zoals al eerder is vermeld zijn alle lettertypen in /usr/local/lib/X11/fonts/ en in ~/.fonts/ al geschikt gemaakt voor Xft applicaties. Als naast deze twee mappen nog een andere lettertypen moeten kunnen bevatten, dan dient een soortgelijke regel als de onderstaande aan /usr/local/etc/fonts/local.conf toegevoegd te worden: <dir>/pad/naar/mijn/fonts</dir> Na het toevoegen van nieuwe lettertypen en zeker nieuwe lettertypemappen dienen de lettertypecaches opnieuw opgebouwd worden met: &prompt.root; fc-cache -f Anti-aliasing maakt randen een beetje wazig wat kleine teksten beter leesbaar maakt en voorkomt trapvorming van grote letters. Maar het kan oogkramp veroorzaken als het op normale tekst wordt toegepast. Om lettertypen kleiner dan 14 punten uit te sluiten van anti-aliasing moeten de volgende regels toegevoegd worden: <match target="font"> <test name="size" compare="less"> <double>14</double> </test> <edit name="antialias" mode="assign"> <bool>false</bool> </edit> </match> <match target="font"> <test name="pixelsize" compare="less" qual="any"> <double>14</double> </test> <edit mode="assign" name="antialias"> <bool>false</bool> </edit> </match> lettertypen spacing Spatiëring voor sommige enkel gespatieerde lettertypen kan ook ongepast zijn bij anti-aliasing. Dit lijkt vooral een probleem te zijn bij KDE. Een mogelijke oplossing hiervoor is het vergroten van de spatiëring van die lettertypen naar 100: <match target="pattern" name="family"> <test qual="any" name="family"> <string>fixed</string> </test> <edit name="family" mode="assign"> <string>mono</string> </edit> </match> <match target="pattern" name="family"> <test qual="any" name="family"> <string>console</string> </test> <edit name="family" mode="assign"> <string>mono</string> </edit> </match> Het bovenstaande hernoemt de standaardnamen van lettertypen naar "mono"). Voeg daarna het volgende toe: <match target="pattern" name="family"> <test qual="any" name="family"> <string>mono</string> </test> <edit name="spacing" mode="assign"> <int>100</int> </edit> </match> Bepaalde lettertypen, zoals Helvetica, kunnen problemen hebben met anti-aliasing. Dit uit zich meestal in een lettertype dat verticaal door midden lijkt gesneden. Op zijn ergst kan het applicaties zoals Mozilla laten crashen. Om dit te voorkomen kan overwogen worden om ook de volgende regels toe te voegen aan local.conf: <match target="pattern" name="family"> <test qual="any" name="family"> <string>Helvetica</string> </test> <edit name="family" mode="assign"> <string>sans-serif</string> </edit> </match> Als de wijzigingen in local.conf zijn gemaakt dient niet vergeten te worden het bestand te eindigen met de tag </fontconfig> tag. Als dit niet gedaan wordt, dan worden de wijzigingen niet gezien. De standaard lettertypeset die geleverd wordt bij X11 is niet erg geschikt als het aankomt op anti-aliasing. Een veel betere set standaardlettertypen is de x11-fonts/bitstream-vera port. Deze port maakt /usr/local/etc/fonts/local.conf aan als het nog niet bestaat. Als het al wel bestaat maakt de port /usr/local/etc/fonts/local.conf-vera aan. De inhoud van dit bestand dient in /usr/local/etc/fonts/local.conf geplaatst te worden en dan vervangen de Bitstream lettertypen automatisch de standaard X11 Serif, Sans Serif en Monospaced lettertypen. Als laatste kunnen gebruikers hun eigen instellingen aan een persoonlijk .fonts.conf bestand toevoegen. Om dit te doen moet iedere gebruiker het bestand ~/.fonts.conf maken. Ook dit bestand moet in het XML formaat zijn. LCD scherm lettertypen LCD scherm Nog een laatste punt: bij een LCD scherm kan sub-pixel sampling prettig zijn. Eigenlijk zorgt dit er voor dat de (horizontaal gesplitste) rode, groene en blauwe componenten gewijzigd worden om de horizontale resolutie te verbeteren. Het resultaat is geweldig. Voeg hiervoor de volgende regels ergens aan local.conf toe: <match target="font"> <test qual="all" name="rgba"> <const>unknown</const> </test> <edit name="rgba" mode="assign"> <const>rgb</const> </edit> </match> Afhankelijk van het soort beeldscherm kan rgb veranderd moeten worden in bgr, vrgb of vbgr. Experimenteren levert de beste instelling op. Mozilla anti-aliasing lettertypen uitschakelen Anti-aliasing moet werken zodra de X server opnieuw gestart is. Programma's dienen echter wel te weten hoe ze er mee moeten werken. Op dit moment geldt dat voor de Qt toolkit en de hele KDE omgeving kan met anti-alias omgaan. GTK+ en GNOME anti-aliasing gebruiken via de Font capplet (zie ). Mozilla 1.2 en hoger gebruiken automatisch anti-aliasing. Om dit uit te zetten moet Mozilla opnieuw gebouwd worden met de optie -DWITHOUT_XFT. Seth Kingsley Bijgedragen door De X beeldschermmanager Overzicht X beeldschermmanager De X beeldschermmanager (XDM) is een optioneel onderdeel van het X Window systeem dat gebruikt wordt voor beheer van aanmeldsessies. Dit is vaak erg handig bij bijvoorbeeld X Terminals, desktops en grote netwerk beeldschermservers. Omdat het X Window systeem netwerk- en protocolonafhankelijk is, zijn er veel mogelijkheden om X clients en servers op verschillende machines in een netwerk te verbinden. XDM levert een grafische interface waarmee er gekozen kan worden welke beeldschermserver gebruikt moet worden en handelt autorisatie informatie (gebruikersnaam en wachtwoord) af. XDM levert de gebruiker dezelfde functionaliteit levert als &man.getty.8; (zie ). Dus het regelt de systeemaanmeldingen voor de schermen waaraan verbonden moet worden en start dan een sessie manager namens de gebruiker (meestal een X window manager). XDM wacht dan tot het programma stopt en geeft aan dat de gebruiker klaar is en afgemeld kan worden. Hierna kan XDM het aanmeldscherm weer tonen zodat de volgende gebruiker kan aanmelden. XDM gebruiken De XDM daemon staat in /usr/local/bin/xdm. Dit programma kan als root altijd gestart worden en regelt dan het X weergavegedeelte van de lokale machine. Als XDM iedere keer bij het opstarten moet starten is het handig om een regel toe te voegen aan /etc/ttys. Meer informatie over het gebruik van dit bestand staat in . In de standaardversie van /etc/ttys staat een regel om de applicatie daemon XDM op een virtuele terminal te draaien: ttyv8 "/usr/local/bin/xdm -nodaemon" xterm off secure Standaard staat deze regel uit. Om hem aan te zetten moet veld 5 van off naar on gewijzigd worden en moet met &man.init.8; herstart worden met gebruikmaking van de aanwijzingen in . Het eerste veld, de naam van de terminal die het programma aanstuurt, is ttyv8. Dit houdt in dat XDM op de negende virtuele terminal begint te draaien. XDM instellen De map met instellingen voor XDM is /usr/local/lib/X11/xdm. In deze map staan diverse bestanden die gebruikt kunnen worden om het gedrag en uiterlijk van XDM te veranderen. Meestal zijn dit de volgende bestanden: Bestand Omschrijving Xaccess Regels voor client authorisatie. Xresources Standaard waarden voor X bronnen. Xservers Lijst met op afstand en lokaal te beheren schermen. Xsession Standaard sessie script voor logins. Xsetup_* Script die applicaties start voordat de login interface start. xdm-config Algehele instellingen voor alle schermen op deze machine. xdm-errors Fouten die gegenereerd zijn door het serverprogramma. xdm-pid Het proces ID van de draaiende XDM. Tevens staan in deze map een aantal scripts en programma's om het bureaublad in te stellen als XDM draait. Het doel van elk van deze bestanden wordt kort omschreven. De juiste syntaxis en het gebruik van deze bestanden staat in &man.xdm.1;. De standaardinstelling regelt een eenvoudig rechthoekig aanmeldvenster met bovenin de hostnaam van de machine in een groot lettertype met een Login: en Password: prompt eronder. Dit is een goed beginpunt om het uiterlijk en werking van het XDM venster te veranderen. Xaccess Om een verbinding te maken met XDM-gestuurde schermen wordt het protocol X Display Manager Connection Protocol (XDMCP) gebruikt. Het bestand is een set regels die XDMCP verbindingen met andere machines bestuurt. Het wordt genegeerd, tenzij xdm-config is gewijzigd zodat er wordt geluisterd naar inkomende verbindingen. Standaard wordt het clients niet toegestaan te verbinden. Xresources Dit is een bestand met standaarden voor de schermkiezer en de aanmeldschermen. Hier kan het uiterlijk van het aanmeldprogramma gewijzigd worden. De indeling is hetzelfde als bij het app-defaults bestand en is beschreven in de X11 documentatie. Xservers Dit is een lijst met netwerkschermen waaruit gekozen kan worden. Xsession Dit is het standaard sessiescript voor XDM dat start nadat de gebruiker is aangemeld. Normaal heeft iedere gebruiker een eigen sessiescript in ~/.xsession dat dit script overheerst. Xsetup_* Deze starten automatisch voordat de kiezers of aanmeldschermen getoond worden. Er is een script voor ieder gebruikt scherm met de naam Xsetup_ gevolgd door het lokale schermnummer (bijvoorbeeld Xsetup_0). Normaal draaien deze scripts éé of twee programma's in de achtergrond zoals xconsole. xdm-config Dit bevat de instellingen die toegepast worden op ieder scherm die deze installatie aanstuurt. De indeling is hetzelfde als van app-defaults. xdm-errors Hierin staan de meldingen die de X servers geven als XDM ze probeert te starten. Als een scherm dat gestart is door XDM om onduidelijke reden hangt, is dit een goede plaats om te zoeken naar foutmeldingen. Deze meldingen worden ook per sessie naar het ~/.xsession-errors van de gebruiker gestuurd. Een netwerk beeldschermserver gebruiken Om gebruikers een verbinding te laten maken met een X server moeten de toegangsregels gewijzigd worden en de connectielistener moet aangezet worden. Deze hebben standaard wat terughoudende waarden. Om XDM te laten luisteren naar verbindingen moet als eerste een regel uitgecommentarieerd worden in xdm-config: ! SECURITY: do not listen for XDMCP or Chooser requests ! Comment out this line if you want to manage X terminals with XDM DisplayManager.requestPort: 0 Hierna moet XDM herstart worden. Afwijkend in dit bestand is dat commentaar in app-defaults bestanden begint met het karakter ! en niet met het karakter #. Het kan wenselijk zijn om de toegangscontrole aan te scherpen — hiervoor staan voorbeeldregels in Xaccess en lees de hulppagina &man.xdm.1; voor meer informatie. Alternatieven voor XDM Er bestaan diverse alternatieven voor XDM programma. kdm (wordt geleverd bij KDE) wordt later in dit hoofdstuk behandeld. De kdm beeldschermmanager biedt vele grafische verbeteringen en cosmetische franje en de mogelijkheid om de gebruiker de kans te geven een window manager te laten kiezen bij het aanmelden. Valentino Vaschetto Bijgedragen door Bureaubladomgevingen Deze sectie beschrijft de verschillende bureaubladomgevingen voor X op &os;. Een bureaubladomgeving kan van alles inhouden: van een simpele window manager tot een complete suite van bureaubladapplicaties zoals KDE of GNOME. GNOME Over GNOME GNOME GNOME is een gebruikersvriendelijke bureaubladomgeving die de gebruiker de mogelijkheid geeft om gemakkelijk de computer te gebruiken en in te stellen. GNOME heeft een paneel (voor het starten en tonen van statusinformatie van applicaties), een bureaublad (waar data en applicaties geplaatst kunnen worden), een set standaard bureaubladapplicaties en een regels die het makkelijker maakt voor applicaties om eenduidig met elkaar samen te werken. Gebruikers van andere besturingssystemen of omgevingen voelen zich meestal meteen thuis bij het gebruik van de krachtige grafisch gestuurde omgeving die GNOME biedt. Meer informatie over GNOME op &os; staat op de &os; GNOME Project website. De website bevat ook redelijk complete FAQ's over het installeren, instellen en beheren van GNOME. GNOME installeren De software kan eenvoudig worden geïnstalleerd vanuit een pakket of de Portscollectie: Om het GNOME package te installeren: &prompt.root; pkg_add -r gnome2 Om GNOME vanuit de Portscollectie te installeren: &prompt.root; cd /usr/ports/x11/gnome2 &prompt.root; make install clean Zodra GNOME geïnstalleerd is, moet de X server verteld worden dat in plaats van de standaard window manager GNOME gebruikt moet worden. De meest eenvoudige manier om GNOME te starten is via GDM, de GNOME Display Manager. GDM wordt meegeïnstalleerd met de GNOME bureaubladomgeving, maar staat standaard uitgeschakeld. Dit programma kan ingeschakeld worden door gdm_enable="YES" toe te voegen aan /etc/rc.conf. Na herstarten start GNOME automatisch bij het aanmelden. Er zijn geen verdere instellingen nodig. GNOME kan ook gestart worden vanaf de commandoregel door het bestand .xinitrc juist in te stellen. Als er al een .xinitrc is, dan hoeft alleen de regel die de huidige window manager start veranderd te worden in een regel die /usr/local/bin/gnome-session start. Als er niets speciaals met dit instellingenbestand is gedaan: &prompt.user; echo "/usr/local/bin/gnome-session" > ~/.xinitrc Nu kan met startx de GNOME bureaubladomgeving gestart worden. Als een beeldschermmanager als XDM gebruikt wordt werkt het bovenstaande niet. In plaats daarvan moet een uitvoerbaar .xsession gemaakt worden met hetzelfde commando erin. Hiervoor moet het bestand aangepast worden door het bestaande window manager commando te vervangen door /usr/local/bin/gnome-session: &prompt.user; echo "#!/bin/sh" > ~/.xsession &prompt.user; echo "/usr/local/bin/gnome-session" >> ~/.xsession &prompt.user; chmod +x ~/.xsession Het is ook mogelijk de beeldschermmanager zo in te stellen dat de window manager gekozen kan worden tijdens het aanmelden. In de paragraaf Meer KDE Details wordt uitgelegd hoe dit gedaan moet worden voor de kdm beeldschermmanager van KDE. Anti-alias lettertypen in GNOME GNOME anti-alias lettertypen X11 ondersteunt anti-aliasing via de RENDER uitbreiding. GTK+ 2.0 en hoger (de toolkit die gebruikt wordt bij GNOME) kunnen dit gebruiken. Het instellen van anti-aliasing is beschreven in . Dus met up-to-date software is anti-aliasing in de GNOME bureaubladomgeving mogelijk. In ApplicationsDesktop PreferencesFont kan gekozen worden voor Best shapes, Best contrast of Subpixel smoothing (LCDs). Bij een GTK+ applicatie die geen onderdeel is van het GNOME bureaublad moet de omgevingsvariabele GDK_USE_XFT op 1 gezet worden voordat het programma wordt gestart. KDE KDE Over KDE KDE is een bureaubladomgeving die eigentijds is en makkelijk in gebruik. KDE biedt de gebruiker: Een schitterende eigentijdse desktop; Een desktop die volledig netwerktransparant is; Een geïntegreerd hulpsysteem dat eenvoudig bruikbare informatie geeft over het gebruik van het KDE bureaublad en de applicaties; Alle KDE applicaties werken op dezelfde manier en zien er hetzelfde uit; Gestandaardiseerde menu's en werkbalken, keybindings, kleurschema's, enzovoort; Internationalisatie: KDE is beschikbaar in meer dan 40 talen; Gecentraliseerde, consistente, dialooggedreven bureaubladinstelling; Een grote hoeveelheid bruikbare KDE applicaties; KDE wordt geleverd met een webbrowser genaamd Konqueror die niet onder doet voor de andere bestaande webbrowsers op &unix; systemen. Meer informatie over KDE staat op de KDE website. Voor &os; specifieke informatie en bronnen over KDE is er de KDE op &os; team website. Er zijn twee versies van KDE beschikbaar op &os;. Versie 3 is al een lange tijd aanwezig, en is zeer volwassen. Versie 4, de volgende generatie, is ook beschikbaar in de Portscollectie. Ze kunnen zelfs naast elkaar geïnstalleerd worden. KDE installeren Net als bij GNOME of iedere andere bureaubladomgeving kan de software eenvoudig geïnstalleerd met een package of uit de Portscollectie: Om het KDE3 package van het netwerk te installeren: &prompt.root; pkg_add -r kde Om het KDE4 package van het netwerk te installeren: &prompt.root; pkg_add -r kde4 &man.pkg.add.1; haalt automatisch de laatste versie van de applicatie op. Om KDE3 vanuit de Portscollectie te bouwen en te installeren: &prompt.root; cd /usr/ports/x11/kde3 &prompt.root; make install clean Gebruik de Portscollectie om KDE4 vanuit de broncode te bouwen: &prompt.root; cd /usr/ports/x11/kde4 &prompt.root; make install clean Nadat KDE geïnstalleerd is, moet de X server verteld worden dat déze applicatie gestart moet worden in plaats van de standaard window manager. Hiervoor kan .xinitrc aangepast worden: Voor KDE3: &prompt.user; echo "exec startkde" > ~/.xinitrc Voor KDE4: &prompt.user; echo "exec /usr/local/kde4/bin/startkde" > ~/.xinitrc Als het X Window System wordt gestart met startx is KDE het bureaublad. Als er een beeldschermmanager als XDM gebruikt wordt, is de instelling anders. Dan moet .xsession gewijzigd worden. Instructies voor kdm worden later in dit hoofdstuk beschreven. Meer KDE details Nadat KDE geïnstalleerd is op een systeem, kunnen de meeste dingen uitgezocht worden via de hulppagina's of door de verschillende menu's aan te wijzen en erop te klikken. &windows; en &mac; gebruikers voelen zich meestal helemaal thuis. Het beste naslagwerk voor KDE is de on-line documentatie. KDE heeft zijn eigen web browser, Konqueror, tientallen handige applicaties en uitgebreide documentatie. De volgende paragrafen beschrijven de technische zaken die moeilijk proefondervindelijk te achterhalen zijn. De KDE beeldschermmanager KDE beeldschermmanager Een beheerder van een multi-user systeem die een grafisch aanmeldscherm willen hebben voor zijn gebruikers kan hiervoor XDM gebruiken, zoals eerder beschreven. KDE biedt kdm als alternatief. Dat is ontworpen met een beter uiterlijk en heeft meer aanmeldopties. Gebruikers kunnen via een menu kiezen welke bureaubladomgeving (KDE, GNOME of een andere) zij na het aanmelden willen gebruiken. Om kdm te starten, moet de ttyv8 regel in /etc/ttys worden aangepast. De regel moet er als volgend uitzien: Voor KDE3: ttyv8 "/usr/local/bin/kdm -nodaemon" xterm on secure Voor KDE4: ttyv8 "/usr/local/kde4/bin/kdm -nodaemon" xterm on secure Xfce Over Xfce Xfce is een bureaubladomgeving die gebaseerd is op de GTK+ toolkit die gebruikt wordt bij GNOME, maar is eenvoudiger en bedoeld voor gebruikers die een simpel en efficiënt bureaublad willen dat toch eenvoudig en makkelijk in te stellen is. Het ziet er bijna hetzelfde uit als CDE dat bij commerciële &unix; systemen zit. Een aantal Xfce functies zijn: Een eenvoudige, makkelijk te bedienen desktop; Geheel in te stellen met de muis, met klikken en slepen, enzovoort; Hoofdpaneel hetzelfde als CDE met menu's, applets en applicaties Geïntegreerde window manager, bestandsmanager, geluidsmanager, GNOME compliance module en meer zaken; Thema's (sinds het gebruik van GTK+); Snel, licht en efficiënt: ideaal voor de oudere of langzamere machines of machines met beperkte hoeveelheid geheugen; Meer informatie over Xfce staat op de Xfce website. Installeren van Xfce Xfce is met een package te installeren: &prompt.root; pkg_add -r xfce4 Of vanuit de Portscollectie: &prompt.root; cd /usr/ports/x11-wm/xfce4 &prompt.root; make install clean Nu moet de X server weten dat Xfce gestart moet worden als X de volgende keer start: &prompt.user; echo "/usr/local/bin/startxfce4" > ~/.xinitrc De volgende keer dat X start is Xfce het bureaublad. Wederom: als een beeldschermmanager als XDM gebruikt wordt, moet .xsession gemaakt worden zoals beschreven in de paragraaf over GNOME. Nu moet echter het command /usr/local/bin/startxfce4 gebruikt. Het is ook mogelijk de beeldschermmanager in te stellen om bureaublad te kiezen bij het aanmelden, zoals is uitgelegd in de paragraaf over kdm.