diff --git a/nl_NL.ISO8859-1/articles/explaining-bsd/article.sgml b/nl_NL.ISO8859-1/articles/explaining-bsd/article.sgml index 75d7c3a627..524f64f0b0 100644 --- a/nl_NL.ISO8859-1/articles/explaining-bsd/article.sgml +++ b/nl_NL.ISO8859-1/articles/explaining-bsd/article.sgml @@ -1,659 +1,659 @@ - + %articles.ent; ]>
Uitleg over BSD Greg Lehey
grog@FreeBSD.org
&tm-attrib.freebsd; &tm-attrib.amd; &tm-attrib.apple; &tm-attrib.intel; &tm-attrib.linux; &tm-attrib.opengroup; &tm-attrib.sparc; &tm-attrib.sun; &tm-attrib.unix; &tm-attrib.xfree86; &tm-attrib.general; Vertaald door René Ladan. In de open-source wereld is het woord Linux bijna een synoniem van besturingssysteem, maar het is niet het enige open-source &unix; besturingssysteem. Volgens de Internet Operating System Counter, draait sinds april 1999 31.3% van de machines op de wereld die met een netwerk verbonden zijn Linux. 14.6% draait BSD &unix;. Sommige van 's werelds grootste webinstallaties, zoals Yahoo!, draaien BSD. De drukste FTP-server van de wereld van 1999 (nu buiten werking), ftp.cdrom.com, gebruikte BSD om 1.4 TB aan gegevens per dag over te brengen. Het is duidelijk dat dit geen nichemarkt is: BSD is een goed bewaard geheim. Dus wat is het geheim? Waarom is BSD niet bekender? Dit artikel behandelt deze en andere vragen. In dit artikel zullen verschillen tussen BSD en Linux zo worden aangegeven.
Wat is BSD? BSD is een afkorting van Berkeley Software Distribution. Het is de naam van broncodedistributies van de universiteit van California te Berkeley, wat origineel uitbreidingen waren van het besturingssysteem &unix; van AT&T Research. Verschillende projecten over open-source besturingssystemen zijn gebaseerd op een uitgave van deze broncode die bekend staat als 4.4BSD-Lite. Ze omvatten ook een aantal pakketten van andere open-source projecten, opmerkelijk genoeg onder andere van het GNU-project. Het besturingssysteem in het geheel omvat: De BSD-kernel, die proces-scheduling, geheugenbeheer, symmetrische multi-processing (SMP), apparaatstuurprogramma's, etc. afhandelt. In tegenstelling tot de Linux-kernel zijn er een aantal verschillende BSD-kernels met verschillende mogelijkheden. De C-bibliotheek, de basis-API voor het systeem. De C-bibliotheek van BSD is gebaseerd op code van Berkeley, niet van het GNU-project. Gereedschappen zoals shells, bestandsgereedschappen, compilers en linkers. Sommige gereedschappen zijn afgeleid van het GNU-project, andere niet. Het X Window-systeem, wat grafisch afbeelden afhandelt. Het X Window-systeem dat in de meeste versies van BSD wordt gebruikt wordt onderhouden door één van twee aparte projecten, ofwel het &xfree86; project, of het X.Org project. Linux gebruikt dezelfde code. BSD specificeert normaliter geen grafisch bureaublad zoals GNOME of KDE, deze zijn wel beschikbaar. Vele andere programma's en gereedschappen. Wat, een echte &unix;? De BSD-besturingssystemen zijn geen klonen, maar open-source afgeleiden van AT&T's Research &unix; besturingssysteem, wat ook de voorouder is van het moderne &unix; System V. Dit kan als een verrassing komen. Hoe kon dit gebeuren als AT&T nooit zijn code als open-source heeft uitgegeven? Het is waar dat AT&T &unix; niet open-source is, en wat betreft copyright is BSD zeer zeker niet &unix;, maar van de andere kant heeft AT&T bronnen geïmporteerd van andere projecten, nota bene de Computer Science Research Group (CSRG) van de University of California in Berkeley, CA. In 1976 is de CSRG begonnen met het uitgeven van tapes van hun software, die ze Berkeley Software Distribution of BSD noemden. Initiële BSD-uitgaven bestonden grotendeels uit gebruikersprogramma's, maar dat veranderde enorm toen CSRG in een - contract belandde met het Defense Advanced Projects Research + contract belandde met het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA) om de communicatieprotocollen in hun netwerk, ARPANET, te vernieuwen. De nieuwe protocollen stonden bekend als Internet Protocols, later TCP/IP na de belangrijkste protocollen. De eerste wijdverbreide implementatie die gedistribueerd werd was deel van 4.2BSD, in 1982. In de loop van de jaren 80 ontsproten er een aantal nieuwe werkstationbedrijven. Vele verkozen het om &unix; te licenseren boven het ontwikkelen van hun eigen besturingssystemen. In het bijzonder licenseerde Sun Microsystems &unix; en implementeerde het een versie van 4.2BSD, wat ze &sunos; noemden. Toen AT&T zelf &unix; commercieel mocht verkopen, begonnen ze met een ietwat kale basisimplementatie genaamd System III, die snel gevolgd werd door System V. De codebase van System V bevatte geen netwerkcode, dus bevatten alle implementaties aanvullende software van de BSD, waaronder de TCP/IP-software, maar ook gereedschappen zoals de csh-shell en de tekstverwerker vi. Deze uitbreidingen stonden gezamenlijk bekend als de Berkeley Extensions. De BSD-tapes bevatten de broncode van AT&T en hadden dus een &unix; bronlicentie nodig. Tegen 1990 raakten de fondsen van de CSRG uitgeput, en er dreigde sluiting. Sommige leden van de groep besloten om de BSD-code uit te geven, welke Open Source was, zonder de propriëtaire code van AT&T. Dit gebeurde eindelijk met de Networking Tape 2, gewoonlijk bekend als Net/2. Net/2 was geen compleet besturingssysteem: ongeveer 20% van de kernelcode ontbrak. Een van de leden van de CSRG, William F. Jolitz, schreef de overblijvende code en gaf het in het begin van 1992 uit als 386BSD. In diezelfde tijd begon een andere groep van ex-CSRG-leden een commercieel bedrijf genaamd Berkeley Software Design Inc. en gaf een betaversie van een besturingssysteem genaamd BSD/386 uit, welke op dezelfde bronnen was gebaseerd. De naam van het besturingssysteem werd later veranderd in BSD/OS. 386BSD werd nooit een stabiel besturingssysteem. In plaats daarvan splitsten er twee andere projecten van af in 1993: NetBSD en &os;. De twee projecten groeiden oorspronkelijk uit elkaar wegens verschillen in de hoeveelheid geduld om op verbeteringen aan 386BSD te wachten: de mensen van NetBSD begonnen in het begin van het jaar, en de eerste versie van &os; was niet klaar voor het einde van het jaar. In de tussentijd waren de codebases genoeg uit elkaar gegroeid om samenvoegen ervan moeilijk te maken. Tevens hadden de projecten verschillende doelen, wat we hieronder zullen zien. In 1996 splitste OpenBSD zich af van NetBSD, en in 2003 splitste DragonFlyBSD zich af van &os;. Waarom is BSD niet bekender? Om een aantal redenen is BSD relatief onbekend: De BSD-ontwikkelaars zijn vaak meer geïnteresseerd in het verbeteren van hun code dan het aan de man brengen. Veel van de populariteit van Linux komt door factoren buiten de Linux-projecten, zoals de pers, en door bedrijven die zijn opgericht om Linux-diensten aan te bieden. Tot voor kort hadden de open-source BSDs zulke voorstanders niet. BSD-ontwikkelaars zijn vaak meer ervaren dan Linux-ontwikkelaars, en hebben minder interesse in het systeem gemakkelijk in gebruik te maken. Nieuwelingen voelen zich vaak meer op hun gemak met Linux. In 1992 klaagde AT&T BSDI, de verkoper van BSD/386, aan op verdenking dat het product code bevatte waarover AT&T copyright had. De zaak werd buiten de rechtbank om in 1994 beslist, maar het spook van de rechtszaak blijft mensen achtervolgen. In een recent uit maart 2000 dat op het web werd gepubliceerd claimde dat de zaak recentelijk beslist was. Eén detail dat de rechtszaak ophelderde is de naamgeving: in de jaren 80 stond BSD bekend als BSD &unix;. Met het nemen van de laatste vestiging van AT&T-code van BSD, verloor het ook het recht op de naam &unix;. U zult dus verwijzingen in boektitels zien naar het besturingssysteem 4.3BSD &unix; en het besturingssysteem 4.4BSD. De indruk heerst dat de BSD-projecten gefragmenteerd en oorlogvoerend zijn. De Wall Street Journal sprak van balkanizatie van de BSD-projecten. Net als de rechtszaak is dit beeld voornamelijk op een oude geschiedenis gebaseerd. BSD en Linux vergelijken Wat is nou echt het verschil tussen bijvoorbeeld Debian Linux en &os;? Voor de gemiddelde gebruiker is het verschil verrassend klein: beiden zijn &unix;-achtige besturingssystemen. Beiden worden ontwikkeld door niet-commerciële projecten (dit geldt uiteraard niet voor vele andere distributies van Linux). In de volgende sectie wordt BSD bekeken en vergeleken met Linux. De beschrijving is het beste van toepassing op &os;, dat een geschatte 80% van alle BSD-installaties voor rekening neemt, maar de verschillen van NetBSD, OpenBSD, en DragonFlyBSD zijn klein. Wie bezit BSD? Geen enkel persoon of bedrijf bezit BSD. Het wordt ontwikkeld en verspreid door een gemeenschap van zeer technische en toegewijde wereldwijde contribuanten. Sommige onderdelen van BSD zijn open-source projecten op zichzelf en worden beheerd door verschillende projectbeheerders. Hoe wordt BSD ontwikkeld en bijgewerkt? De BSD-kernels worden ontwikkeld en bijgewerkt volgens het Open Source ontwikkelmodel. Elk project beheerst een publiek toegankelijke broncodeboom onder het Concurrent Versions System (CVS), wat alle bronbestanden voor het project bevat, inclusief documentatie en andere toevallige bestanden. CVS stelt gebruikers in staat om een check out te doen (met andere woorden, om een kopie te maken) van elke gewenste versie van het systeem. Een grote groep van wereldwijde ontwikkelaars dragen bij aan verbeteringen aan BSD. Ze zijn verdeeld in drie soorten: Contributors schrijven code of documentatie. Ze hebben geen toestemming om direct naar de broncodeboom te committen (code toe te voegen). Om hun code aan het systeem toe te voegen, moet het herzien en ingecheckt worden door een geregistreerde ontwikkelaar, die een committer wordt genoemd. Committers zijn ontwikkelaars met schrijftoegang tot de broncodeboom. Om committer te worden, moet een individu kennis en kunde laten zien in het gebied waarin hij actief is. Het is aan de discretie van de individuele committer of hij instemming moet krijgen voordat er veranderingen naar de broncodeboom worden gecommit. In het algemeen mag een ervaren committer veranderingen maken waarvan duidelijk is dat ze correct zijn zonder hiervoor consensus te verkrijgen. Een committer van het documentatieproject bijvoorbeeld mag typografische of grammaticale fouten verbeteren zonder dat deze herzien worden. Van de andere kant wordt van ontwikkelaars die verreikende of gecompliceerde veranderingen maken verwacht dat ze hun veranderingen ter herziening insturen voordat ze deze committen. In het uiterste geval kan een lid van het coreteam met een functie als Principal Architect eisen dat de veranderingen uit de boom verwijderd worden, een proces dat bekend staat als backing out. Alle committers ontvangen email die elke individuele commit beschrijft, het is dus niet mogelijk om heimelijk te committen. Het Coreteam. &os; en NetBSD hebben elk een coreteam dat het project beheert. De coreteams zijn in de loop van de projecten ontstaan, en hun rol is niet altijd eenduidig gedefinieerd. Het is niet nodig om ontwikkelaar te zijn om lid te zijn van het coreteam, hoewel het normaal is. De regels voor het coreteam verschillen per project, maar in het algemeen hebben ze een grotere inspraak in de richting van het project dan niet-leden van het coreteam hebben. Deze opstelling verschilt in een aantal opzichten van die van Linux: Geen enkel persoon heerst over de inhoud van het systeem. In de praktijk is dit verschil overdreven, aangezien de Principal Architect kan eisen dat code gebacked-out wordt, en zelfs in het Linux-project mogen meerdere mensen veranderingen maken. Van de andere kant is er een centraal repository, een enkele plaats waar u de gehele broncode van het besturingssysteem kunt vinden, inclusief alle oudere versies. BSD-projecten beheren het gehele Besturingssysteem, niet alleen de kernel. Dit onderscheid is slechts van beperkt nut: noch BSD noch Linux is nuttig zonder applicaties. De applicaties die onder BSD gebruikt worden zijn vaak dezelfde als de applicaties die onder Linux gebruikt worden. Een gevolg van het formele beheer van een enkele CVS- broncodeboom is dat de BSD-ontwikkeling helder is, en dat het mogelijk is om elke versie van het systeem aan de hand van het uitgavenummer of datum te benaderen. CVS staat ook incrementele wijzigingen aan het systeem toe: het repository van &os; bijvoorbeeld wordt ongeveer 100 keer per dag bijgewerkt. De meeste van deze veranderingen zijn klein. BSD-uitgaven &os;, NetBSD, en OpenBSD bieden het systeem in drie verschillende uitgaven aan. Net als bij Linux worden aan uitgaven nummers zoals 1.4.1 of 3.5 toegekend. Als aanvulling heeft het versienummer een achtervoegsel die het doel aangeeft: De ontwikkelversie van het systeem wordt CURRENT genoemd. &os; kent een nummer aan CURRENT toe, bijvoorbeeld &os; 5.0-CURRENT. NetBSD hanteert een lichtelijk ander schema voor de naamgeving en voegt een achtervoegsel van een enkele letter toe welke veranderingen aan de interne interfaces aangeeft, bijvoorbeeld NetBSD 1.4.3G. OpenBSD kent geen nummer toe (OpenBSD-current). Alle nieuwe ontwikkelingen aan het systeem komen in deze tak terecht. De projecten brengen met regelmatige tussenpozen, tussen twee en vier keer per jaar, een RELEASE-versie van het systeem uit, welke beschikbaar is op CD-ROM en vrij te downloaden is van FTP-sites, bijvoorbeeld OpenBSD 2.6-RELEASE of NetBSD 1.4-RELEASE. De RELEASE-versie is bedoeld voor eindgebruikers en is de normale versie van het systeem. NetBSD biedt ook patch-uitgaven aan met een derde cijfer, bijvoorbeeld NetBSD 1.4.2. Wanneer er bugs in een RELEASE-versie worden gevonden, worden ze gemaakt, en worden de reparaties toegevoegd aan de CVS-boom. In &os; wordt de resulterende versie de STABLE-versie genoemd, terwijl het in NetBSD en OpenBSD de RELEASE-versie blijft heten. Kleinere nieuwe eigenschappen kunnen ook aan deze tak worden toegevoegd na een testperiode in de CURRENT-tak. In contrast hiermee onderhoudt Linux twee gescheiden codebomen: de stabiele versie en de ontwikkelversie. Stabiele versies hebben een even klein versienummer, zoals 2.0, 2.2, of 2.4. Ontwikkelversies hebben een oneven klein versienummer, zoals 2.1, 2.3, of 2.5. In alle gevallen wordt het nummer gevolgd door een nog een nummer dat de exacte uitgave aangeeft. Verder voegt elke verkoper zijn eigen gebruikersprogramma's en gereedschappen toe, dus is de naam van de distributie ook belangrijk. Elke verkoper van distributies kent ook versienummers aan de distributie toe, dus kan een volledige omschrijving iets zijn als TurboLinux 6.0 met kernel 2.2.14 zijn. Welke versies van BSD zijn beschikbaar? In tegenstelling tot de vele Linux-distributies, zijn er slechts vier grote open-source BSDs. Elk BSD-project beheert zijn eigen broncodeboom en zijn eigen kernel. In de praktijk schijnt er echter minder divergentie te zijn tussen de gebruikerscode van de projecten dan dat er in Linux is. Het is moeilijk om de doelen van elk project te categoriseren: de verschillen zijn erg subjectief. Het volgende geldt ongeveer: &os; richt zich op hoge prestaties en gebruikersgemak voor eindgebruikers, en is een favoriet van aanbieders van webinhoud. Het draait op een aantal platformen, waaronder systemen die op de &i386; gebaseerd zijn (PC's), systemen die gebaseerd zijn op AMD 64-bit-processoren, systemen die op &ultrasparc; gebaseerd zijn, systemen die gebaseerd zijn op de Alpha-processoren van Compaq, en systemen die op de specificatie van NEC PC-98 gebaseerd zijn. Het &os;-project heeft aanzienlijk meer gebruikers dan de andere projecten. NetBSD gaat voor maximale portabiliteit: of course it runs NetBSD. Het draait op machines variërend van palmtops tot grote servers, en het is zelfs gebruikt in ruimtemissies van NASA. Het is een bijzonder goede keuze om op oude niet-&intel; hardware te draaien. OpenBSD gaat voor beveiliging en code-puurheid: het gebruikt een combinatie van het open-source concept en rigoureuze codeherzieningen om een systeem te maken dat aantoonbaar correct is, waardoor het de keuze is van beveiligingsbewuste organisaties zoals banken, beurzen, en afdelingen van de Amerikaanse overheid. Net als NetBSD draait het op een aantal platformen. DragonFlyBSD gaat voor hoge prestaties en schaalbaarheid variërend van een UP-systeem van een enkele computer tot een reusachtig geclusterd systeem. DragonFlyBSD heeft verscheidene technische langetermijndoelen, maar de focus ligt op het bieden van een SMP-capabele infrastructuur dat eenvoudig te begrijpen en te onderhouden is, en waarvoor eenvoudig te ontwikkelen is. Er zijn ook twee aanvullende BSD &unix; besturingssystemen die niet open-source zijn, BSD/OS en &macos; X van Apple: BSD/OS was de oudste van de afgeleiden van 4.4BSD. Het was niet open-source, alhoewel licenties voor de broncode tegen relatief kosten beschikbaar waren. Het leek in vele opzichten op &os;. Twee jaar na de aankoop van BSDi door Wind River Systems slaagde BSD/OS er niet in om als een onafhankelijk product te overleven. Ondersteuning en broncode kan nog steeds beschikbaar zijn van Wind River, maar alle nieuwe ontwikkelingen zijn gericht op het embedded besturingssysteem VxWorks. &macos; X is de nieuwste versie van het besturingssysteem voor de &macintosh; lijn van Apple Computer Inc.. De BSD-kern van dit besturingssysteem, Darwin, is beschikbaar als een volledig werkend open-source besturingssysteem voor x86- en PPC-computers. Het grafische systeem Aqua/Quartz en vele andere propriëtaire aspecten van &macos; X blijven echter closed-source. Verschillende Darwin-ontwikkelaars zijn ook &os;-committers, en vice-versa. Hoe verschilt de BSD-licentie van de licentie van GNU Public? Linux is beschikbaar onder de GNU General Public License (GPL), welke ontwikkeld is om closed-source software te elimineren. In het bijzonder moet elk afgeleid werk van een product dat onder de GPL is vrijgegeven ook met de broncode geleverd worden indien dat gevraagd wordt. In tegenstelling hiermee is de BSD-licentie minder beperkend: distributies met alleen binairen zijn toegestaan. Dit is in het bijzonder aantrekkelijk voor embedded applicaties. Wat moet ik nog meer weten? Aangezien er minder applicaties beschikbaar zijn voor BSD dan voor Linux, hebben de ontwikkelaars van BSD een Linux-compatibiliteitspakket ontwikkeld, wat het mogelijk maakt om Linux-programma's onder BSD te draaien. Het pakket bevat zowel kernelwijzigingen, om Linux-systeemaanroepen correct uit te voeren, en Linux-compatibiliteitsbestanden zoals de C-bibliotheek. Er is geen merkbaar verschil in uitvoersnelheid tussen een Linux-applicatie die op een Linux-machine draait en een Linux-applicatie die op een BSD-machine die dezelfde snelheid heeft draait. De alles van één leverancier-natuur van BSD dat upgrades veel makkelijker af te handelen zijn dan dat vaak met Linux het geval is. BSD handelt upgrades aan bibliotheekversies af door compatibiliteitsmodulen voor eerdere bibliotheekversies aan te bieden, dus is het mogelijk om binairen die enige jaren oud zijn zonder problemen te draaien. Wat zou ik moeten gebruiken, BSD of Linux? Wat betekent dit allemaal in de praktijk? Wie zou BSD moeten gebruiken, en wie Linux? Dit is een erg moeilijke vraag om te beantwoorden. Hier zijn wat richtlijnen: If it ain't broke, don't fix it: als u al een open-source besturingssysteem gebruikt, en u er tevreden mee bent, dan is er waarschijnlijk geen goede reden om over te schakelen. BSD-systemen, in het bijzonder &os;, kunnen merkbaar beter presteren dan Linux. Maar dit geldt niet voor alles. In veel gevallen zijn er weinig of geen prestatieverschillen. In sommige gevallen kan Linux beter presteren dan &os;. In het algemeen hebben BSD-systemen een betere naam qua betrouwbaarheid, voornamelijk als het resultaat van een volwassenere codebase. BSD-projecten hebben een betere naam qua kwaliteit en volledigheid van hun documentatie. De verschillende documentatieprojecten richten zich op het bieden van actief bijgewerkte documentatie, in vele talen, en op het behandelen van alle aspecten van het systeem. De BSD-licentie kan aantrekkelijker zijn dan de GPL. BSD kan de meeste Linux-binairen uitvoeren, terwijl Linux geen BSD-binairen kan uitvoeren. Vele implementaties van BSD kunnen ook binairen van andere &unix;-achtige systemen uitvoeren. Als gevolg kan BSD een eenvoudigere migratieroute zijn van andere systemen dan dat Linux zou zijn. Wie biedt ondersteuning, diensten, en training voor BSD aan? BSDi / &os; Mall, Inc. bieden sinds bijna een decennium ondersteuningscontracten aan voor &os;. Verder heeft elk project een lijst van huurbare consultants: &os;, NetBSD, en OpenBSD.
diff --git a/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/mirrors/chapter.sgml b/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/mirrors/chapter.sgml index 9ce77e6d26..f0c7d88f34 100644 --- a/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/mirrors/chapter.sgml +++ b/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/mirrors/chapter.sgml @@ -1,3396 +1,3406 @@ &os; verkrijgen CD-ROM en DVD uitgevers Winkelproducten in doos &os; is beschikbaar in een doos (&os; CD-ROMs, additionele software en gedrukte documentatie) bij verschillende verkopers:
CompUSA WWW:
Frys Electronics WWW:
CD-ROMs en DVD's &os; CD-ROMs en DVD's zijn te koop bij veel online winkels:
&os; Mall, Inc. 700 Harvest Park Ste F Brentwood, CA 94513 Verenigde Staten Telefoon: +1 925 240-6652 Fax: +1 925 674-0821 E–mail: info@freebsdmall.com WWW:
Dr. Hinner EDV St. Augustinus-Str. 10 D-81825 München Duitsland Telefoon: (089) 428 419 WWW:
Ikarios 22-24 rue Voltaire 92000 Nanterre Frankrijk WWW:
JMC Software Ierland Telefoon: 353 1 6291282 WWW:
The Linux Emporium Hilliard House, Lester Way Wallingford OX10 9TA Verenigd Koninkrijk Telefoon: +44 1491 837010 Fax: +44 1491 837016 WWW:
Linux+ DVD Magazine Lewartowskiego 6 Warsaw 00-190 Polen Telefoon: +48 22 860 18 18 E–mail: editors@lpmagazine.org WWW:
Linux System Labs Australia 21 Ray Drive Balwyn North VIC - 3104 Australië Telefoon: +61 3 9857 5918 Fax: +61 3 9857 8974 WWW:
LinuxCenter.Ru Galernaya Street, 55 Saint-Petersburg 190000 Rusland Telefoon: +7-812-3125208 E–mail: info@linuxcenter.ru WWW:
Distributeurs Wederverkopers die &os; CD-ROM producten willen verkopen kunnen contact opnemen met een distributeur:
Cylogistics 809B Cuesta Dr., #2149 Mountain View, CA 94040 Verenigde Staten Telefoon: +1 650 694-4949 Fax: +1 650 694-4953 E–mail: sales@cylogistics.com WWW:
Ingram Micro 1600 E. St. Andrew Place Santa Ana, CA 92705-4926 Verenigde Staten Telefoon: 1 (800) 456-8000 WWW:
Kudzu, LLC 7375 Washington Ave. S. Edina, MN 55439 Verenigde Staten Telefoon: +1 952 947-0822 Fax: +1 952 947-0876 E–mail: sales@kudzuenterprises.com
LinuxCenter.Kz Ust-Kamenogorsk Kazachstan Telefoon: +7-705-501-6001 Email: info@linuxcenter.kz WWW:
LinuxCenter.Ru Galernaya Street, 55 Sint-Petersburg 190000 Rusland Telefoon: +7-812-3125208 E–mail: info@linuxcenter.ru WWW:
Navarre Corp 7400 49th Ave South New Hope, MN 55428 Verenigde Staten Telefoon: +1 763 535-8333 Fax: +1 763 535-0341 WWW:
FTP sites De officiële broncode voor &os; is beschikbaar via anoniem toegankelijke FTP in de hele wereld via vele mirrorsites. De site heeft een goede verbinding en staat veel verbindingen toe, maar het is waarschijnlijk beter om een mirrorsite te zoeken die dichterbij is (zeker als het doel is ook een soort mirrorsite op te zetten). De &os; mirrorsites database is beter bijgewerkt dan die in het Handboek omdat die lijst uit DNS komt in plaats van een met de hand ingevoerde lijst. &os; is beschikbaar via de onderstaande anonieme FTP mirror sites. Bij het kiezen van anonieme FTP voor het verkrijgen van &os; wordt aangeraden een site die dichtbij ligt te kiezen. De mirrorsites die in de lijst staan als Primaire Mirrorsites hebben meestal het complete &os; archief (alle beschikbare versies voor alle architecturen) maar downloads zijn waarschijnlijk sneller van een site die in het land of de regio van de gebruiker staat. De regionale sites hebben de meeste recente versies voor de meest populaire architecturen, maar hebben wellicht niet het complete archief. Alle sites geven toegang via anonieme FTP, maar een aantal sites hebben ook andere toegangsmogelijkheden. De toegangsmogelijkheden voor iedere site staan tussen haakjes achter de hostnaam. &chap.mirrors.ftp.inc; BitTorrent BitTorrent De ISO-afbeeldingen voor de basis-CD's van de uitgaven zijn beschikbaar via BitTorrent. Een verzameling torrent-bestanden om de afbeeldingen binnen te halen is beschikbaar op http://torrents.freebsd.org:8080 De software voor de BitTorrent-cliënt is beschikbaar via de port net-p2p/py-bittorrent, of als voorgecompileerd pakket. Nadat de ISO-afbeelding met BitTorrent is gedownload, kan het op CD of DVD gebrand worden zoals beschreven in . Anonieme CVS <anchor id="anoncvs-intro">Inleiding CVS anoniem Anonieme CVS (of ook wel bekend als anoncvs) is een functie die beschikbaar is met de hulpprogramma's die bij &os; zitten om te synchroniseren met een elders aanwezig CVS depot. Het staat gebruikers van &os; onder andere toe om zonder bijzondere rechten alleen-lezen operaties uit te voeren op een van de officiële anoncvs servers van het &os; project. Om het te kunnen gebruiken dient de omgevingsvariabele CVSROOT zo ingesteld te worden dat hij wijst naar de gewenste anoncvs server, dient het bekende wachtwoord anoncvs bij het commando cvs login opgegeven te worden en kan daarna &man.cvs.1; gebruikt worden om het te benaderen als ieder lokaal aanwezig depot. Het commando cvs login slaat de wachtwoorden die voor aanmelden bij de CVS server op in een bestand met de naam .cvspass in de map HOME. Als dit bestand niet bestaat, is het mogelijk dat er een foutmelding wordt gegeven als cvs login de eerste keer wordt gebruikt. Dat kan opgelost worden door een leeg bestand .cvspass te maken en dan opnieuw aan te melden. Hoewel de diensten CVSup en anoncvs beiden vrijwel dezelfde functie invullen, zijn er redenen die de keuze voor de synchronisatiemethode beïnvloeden. In een notendop is CVSup veel efficiënter in het gebruik van netwerkbronnen en is het de meest geavanceerde van de twee, maar daar staat iets tegenover. Voor het gebruik van CVSup moet eerst een speciale client geïnstalleerd en ingesteld worden voordat er bits kunnen gaan stromen en dat kan dan alleen in de redelijk grote brokken die in CVSup collections heten. Anoncvs kan daarentegen gebruikt worden om alles te bekijken van een individueel bestand tot aan een specifiek programma (als ls of grep) door aan de naam van de CVS module te refereren. Ook anoncvs is alleen geschikt voor alleen-lezen operaties op het CVS depot, dus als het de bedoeling is om lokaal ontwikkelwerk en hetzelfde depot met delen uit het &os; project te combineren, dan biedt alleen CVSup daar een oplossing voor. <anchor id="anoncvs-usage">Anonieme CVS gebruiken Het instellen van &man.cvs.1; om gebruik te maken van een Anoniem CVS depot is een kwestie van het instellen van de omgevingsvariabele CVSROOT op een van de anoncvs servers van het &os; project. Op het moment van schrijven zijn de volgende servers beschikbaar: Frankrijk: :pserver:anoncvs@anoncvs.fr.FreeBSD.org:/home/ncvs (Gebruik cvs login voor pserver-modus en voer het wachtwoord anoncvs in wanneer het gevraagd wordt. Voor ssh is geen wachtwoord nodig.) Taiwan: :pserver:anoncvs@anoncvs.tw.FreeBSD.org:/home/ncvs (Gebruik cvs login voor pserver-modus en voer elk willekeurig wachtwoord in wanneer het gevraagd wordt. Voor ssh is geen wachtwoord nodig.) SSH2 HostKey: 1024 02:ed:1b:17:d6:97:2b:58:5e:5c:e2:da:3b:89:88:26 /etc/ssh/ssh_host_rsa_key.pub SSH2 HostKey: 1024 e8:3b:29:7b:ca:9f:ac:e9:45:cb:c8:17:ae:9b:eb:55 /etc/ssh/ssh_host_dsa_key.pub VS: anoncvs@anoncvs1.FreeBSD.org:/home/ncvs (Gebruik ssh versie 2 voor ssh, een wachtwoord is niet nodig.) SSH2 HostKey: 2048 4d:59:19:7b:ea:9b:76:0b:ca:ee:da:26:e2:3a:83:b8 ssh_host_dsa_key.pub Omdat met CVS vrijwel iedere versie die ooit beschikbaar is geweest uitgecheckt kan worden, is het van belang op de hoogte te zijn van de &man.cvs.1; vlag voor revisie () en welke waarden zie zoal kan aannemen in het &os; Project depot. Er zijn twee soorten labels (tags): revisielabels en taklabels (branch). Een revisielabel refereert aan een specifieke revisie. De betekenis blijft van dag tot dag gelijk. Aan de andere kant refereert een taklabel aan de laatste revisie in een bepaalde ontwikkellijn op een bepaald moment. Omdat een taklabel niet refereert aan een specifieke revisie, kan die morgen anders zijn dan vandaag. bevat revisielabels waar gebruikers in geïnteresseerd kunnen zijn. Nogmaals: deze zijn allemaal niet geldig voor de Portscollectie omdat de Portscollectie geen meerdere ontwikkel takken kent. Als een specifiek taklabel wordt aangegeven, worden als alles goed gaat, de laatste revisies uit een bepaalde ontwikkellijn ontvangen. Als er een oudere versie opgehaald moet worden, kan dat door met de vlag een datum aan te geven. In &man.cvs.1; staan meer details. Voorbeelden Hoewel het sterk wordt aangeraden eerst de hulppagina's voor &man.cvs.1; grondig door te lezen, volgen hier een aantal snelle voorbeelden die feitelijk aangeven hoe Anonieme CVS gebruikt kan worden. SSH gebruiken om de <filename>src/</filename> tree uit te checken: &prompt.user; cvs -d freebsdanoncvs@anoncvs.FreeBSD.org:/home/ncvs co src The authenticity of host 'anoncvs.freebsd.org (128.46.156.46)' can't be established. DSA key fingerprint is 52:02:38:1a:2f:a8:71:d3:f5:83:93:8d:aa:00:6f:65. Are you sure you want to continue connecting (yes/no)? yes Warning: Permanently added 'anoncvs.freebsd.org' (DSA) to the list of known hosts. Iets uitchecken uit -CURRENT (&man.ls.1;): &prompt.user; setenv CVSROOT :pserver:anoncvs@anoncvs.tw.FreeBSD.org:/home/ncvs &prompt.user; cvs login Op de prompt, voer een willekeurig wachtwoord in wachtwoord. &prompt.user; cvs co ls SSH gebruiken om de <filename>src/</filename> structuur uit te checken: &prompt.user; cvs -d freebsdanoncvs@anoncvs.FreeBSD.org:/home/ncvs co src The authenticity of host 'anoncvs.freebsd.org (128.46.156.46)' can't be established. DSA key fingerprint is 52:02:38:1a:2f:a8:71:d3:f5:83:93:8d:aa:00:6f:65. Are you sure you want to continue connecting (yes/no)? yes Warning: Permanently added 'anoncvs.freebsd.org' (DSA) to the list of known hosts. De versie van &man.ls.1; in de 6-STABLE tak uitchecken: &prompt.user; setenv CVSROOT :pserver:anoncvs@anoncvs.tw.FreeBSD.org:/home/ncvs &prompt.user; cvs login Op de prompt, voer een willekeurig wachtwoord in wachtwoord. &prompt.user; cvs co -rRELENG_6 ls Een lijst wijzigingen maken (als unified diffs) voor &man.ls.1; &prompt.user; setenv CVSROOT :pserver:anoncvs@anoncvs.tw.FreeBSD.org:/home/ncvs &prompt.user; cvs login Op de prompt, voer een willekeurig wachtwoord in wachtwoord. &prompt.user; cvs rdiff -u -rRELENG_5_3_0_RELEASE -rRELENG_5_4_0_RELEASE ls Uitzoeken welke modulenamen gebruikt kunnen worden: &prompt.user; setenv CVSROOT :pserver:anoncvs@anoncvs.tw.FreeBSD.org:/home/ncvs &prompt.user; cvs login Op de prompt, voer een willekeurig wachtwoord in wachtwoord. &prompt.user; cvs co modules &prompt.user; more modules/modules Andere bronnen De volgende bronnen kunnen bijdragen aan een beter begrip van CVS: CVS Tutorial van California Polytechnic State University. CVS Home, de CVS gemeenschap voor ontwikkeling en ondersteuning. CVSweb is de &os; Project webinterface voor CVS. CTM gebruiken CTM CTM is een methode om een map elders gesynchroniseerd te houden met een centrale. Het is ontwikkeld voor gebruik met de &os; broncode, hoewel sommigen het ook voor andere doeleinden handig vinden. Er bestaat op dit moment weinig tot geen documentatie over het proces van het maken van delta's. Voor informatie over het gebruik van CTM kan het beste contact gezocht worden met de &a.ctm-users.name; mailinglijst. Waarom <application>CTM</application> gebruiken? CTM geeft een lokale kopie van de &os; broncode. Die is in een aantal smaken beschikbaar. Of het gaat om slechts één tak of de complete CVS structuur, CTM kan het bieden. CTM is gewoon gemaakt voor actieve ontwikkelaars die met &os; werken, maar geen of een slechte Internetverbinding hebben of gewoon automatisch de laatste wijzigingen willen ontvangen. De meest actieve takken kennen op z'n hoogst drie delta's per dag. Het is het overwegen waard om ze per automatische mail te laten sturen. De grootte van de updates wordt altijd zo klein mogelijk gehouden. Meestal kleiner dan 5 K en soms (in tien procent van de gevallen) is het 10–50 K. In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat een mail van 100 K of meer wordt gestuurd. Het is wel van belang op de hoogte te zijn van de valkuilen die een rol spelen bij het direct werken met broncode in plaats van met een voorverpakte release. Dit geldt nog meer als wordt gewerkt met de current code. Het lezen van Bijblijven met &os; wordt sterk aangeraden. Wat is er nodig om <application>CTM</application> te gebruiken? Voor het gebruik van CTM zijn twee dingen nodig: het CTM programma en de initiële delta's om de applicatie te voeden en naar een current niveau te komen. CTM is al onderdeel van &os; sinds versie 2.0 is uitgebracht en is te vinden in /usr/src/usr.sbin/ctm, als de broncode aanwezig is. De delta's voor CTM kunnen op twee manieren komen: met FTP of per e-mail. De volgende FTP sites bieden ondersteuning voor CTM: Er staan er nog meer in de paragraaf mirrors. FTP de relevante map en download het bestand README vanaf daar. Voor delta's via e-mail: Er dient een abonnement genomen te worden op een van de CTM distributielijsten. &a.ctm-cvs-cur.name; ondersteunt de complete CVS structuur. &a.ctm-src-cur.name; ondersteunt het hoofd van de ontwikkeltak. &a.ctm-src-4.name; ondersteunt de 4.X release tak, enzovoort. Om te abonneren kan geklikt worden op de bovenstaande links of via &a.mailman.lists.link; kan in een lijst geklikt worden op de lijst waarvoor waarvoor een abonnement gewenst is. De lijstpagina bevat instructies over hoe te abonneren. Na het ontvangen van CTM updates per mail, kan ctm_rmail gebruikt worden voor het uitpakken en verwerken. ctm_rmail kan zelfs direct vanuit /etc/aliases gebruikt worden om het proces volledig automatisch te laten verlopen. In de hulppagina van ctm_rmail staan meer details. Welke methode ook gebruikt wordt voor de CTM delta's, het is belangrijk een abonnement te nemen op de &a.ctm-announce.name; mailinglijst. In de toekomst worden alleen op die lijst aankondigingen gedaan over het CTM systeem. Abonneren kan door op de link hierboven te klikken en de instructies te volgen. <application>CTM</application> de eerste keer gebruiken Voordat de CTM delta's gebruikt kunnen worden, moet er een startpunt voor bepaald worden. Eerst moet bepaald worden wat er al is. Het is mogelijk te beginnen vanuit een lege map. Dan moet een initiële Empty delta gebruikt worden om een door CTM ondersteunde structuur te starten. Het is de bedoeling dat deze start delta's ooit voor het gemak op de CD-ROM komen te staan, maar dit is nog niet het geval. Omdat de structuren tientallen megabytes groot zijn, heeft het de voorkeur om al met iets te beginnen. Als er een -RELEASE CD-ROM beschikbaar is, kan de initiële broncode gekopieerd of uitgepakt worden. Dit bespaart nogal wat dataverkeer. De start delta's kunnen herkend worden aan de X die aan het nummer is toegevoegd (bijvoorbeeld src-cur.3210XEmpty.gz). De nummering achter de X komt overeen met de oorsprong van het initiële zaad. Empty is een lege map. Er wordt in het algemeen iedere honderd delta's een basistransitie voor Empty gemaakt. Die zijn trouwens groot: 70 tot 80 Megabytes gzip data is normaal voor de XEmpty delta's. Als er een delta als startpunt is gekozen, zijn ook alle delta's met hogere volgnummers nodig. <application>CTM</application> in het dagelijks leven gebruiken Om de delta's toe te passen: &prompt.root; cd /where/ever/you/want/the/stuff &prompt.root; ctm -v -v /where/you/store/your/deltas/src-xxx.* CTM begrijpt delta's in gzip formaat, dus het niet nodig om eerst gunzip te gebruiken. Dat spaart diskruimte. Tenzij het zeker is van de veiligheid van het proces, doet CTM niets met de structuur. Om een delta te verifiëren kan ook de vlag gebruikt worden en dan komt CTM ook niet aan een structuur. Dan wordt alleen de integriteit van de delta gecontroleerd en of die zonder problemen op de huidige structuur kan worden toegepast. CTM kent nog meer opties die in de hulppagina's worden besproken. Meer is er niet. Iedere keer dat er een delta wordt ontvangen, moet die door CTM gehaald worden om de broncode bijgewerkt te houden. Delta's kunnen het beste niet verwijderd worden als het lastig is ze opnieuw te downloaden. Dan kunnen ze het beste bewaard worden voor het geval er eens iets gebeurt. Zelfs als er alleen floppy's beschikbaar zijn, is het wellicht verstandig die te gebruiken met fdwrite. Lokale wijzigingen behouden Een ontwikkelaar wil graag experimenteren met bestanden in de structuur en die bestanden veranderen. CTM ondersteunt lokale wijzigingen in beperkte mate: alvorens te kijken of bestand foo bestaat, zoekt het eerst naar foo.ctm. Als dat bestand bestaat, past CTM de wijzigigen daarop toe in plaats van op foo. Dit gedrag biedt een eenvoudige mogelijkheid om lokale wijzigingen bij te houden. Dat kan dus door bestanden die gewijzigd gaan worden te kopiëren naar een bestand met dezelfde naam met de toevoeging .ctm. Dan kan er vrijelijk gespeeld worden met de code, terwijl CTM het bestand .ctm bijwerkt. Andere interessante mogelijkheden van <application>CTM</application> Uitvinden wat precies wordt veranderd met bijwerken Het is mogelijk een lijst met wijzigingen te maken die CTM zou maken op het broncodedepot met de optie . Dit is nuttig als het gewenst is om een logboek bij te houden van de wijzigingen, de te wijzigen bestanden voor- of na te bewerken op welke manier dan ook, of als de gebruiker gewoon een beetje paranoïde is. Back-ups maken vóór bijwerken Soms kan het wenselijk zijn om een back-up te maken van alle bestanden die gewijzigd gaan worden door een CTM update. Met back-upt CTM alle bestanden die gewijzigd gaan worden door een CTM delta naar back–upbestand. Te wijzigen bestanden door bijwerken beperken Soms is het wenselijk de reikwijdte voor een CTM update te beperken of kan het wenselijk zijn om maar een paar bestanden bij te werken uit een aantal delta's. Een lijst met bestanden die CTM mag bewerken kan aangegeven worden met de opties en en het opgeven van regular expressions. Om bijvoorbeeld een bijgewerkte kopie van lib/libc/Makefile te maken uit de verzameling met opgeslagen CTM delta's, kan het volgende commando uitgevoerd worden: &prompt.root; cd /where/ever/you/want/to/extract/it/ &prompt.root; ctm -e '^lib/libc/Makefile' ~ctm/src-xxx.* Voor ieder te wijzigen bestand in een CTM delta worden de opties en toegepast in de volgorde waarin ze op de commandoregel staan. Het bestand wordt alleen door CTM verwerkt als het passend is bevonden na het toepassen van alle parameters in en . Toekomstige plannen voor <application>CTM</application> Die zijn er: Een of andere vorm van authenticatie in het CTM systeem bouwen zodat vervalste CTM updates afgevangen kunnen worden; De opties voor CTM opruimen omdat ze verwarrend zijn geworden. Nog meer Er zijn ook delta's voor de portscollectie, maar daar is nog niet zo veel belangstelling voor. CTM mirrors CTM/&os; is op de volgende mirrorsites via anonieme FTP beschikbaar. Als voor CTM anonieme FTP wordt gebruikt, heeft het de voorkeur een site die in geografische zin dichtbij is te gebruiken. Bij problemen kan contact gezocht worden met de &a.ctm-users.name; mailinglijst. Californië, Bay Area, officiële bron Zuid-Afrika, back-upserver voor oude delta's Taiwan/R.O.C. Als er geen mirror dichtbij is of als die incompleet is, kan een zoekmachine als alltheweb gebruikt worden. CVSup gebruiken Inleiding CVSup is een softwarepakket voor het verspreiden en bijwerken van broncodestructuren vanaf een master CVS depot op een andere server. De &os; broncode wordt beheerd in een broncode depot op een centrale ontwikkelmachine in Californië. Met CVSup kunnen &os; gebruikers op eenvoudige wijze hun broncode bijwerken. CVSup gebruikt een zogenaamd pull model voor het bijwerken. In het pull-model vraagt iedere client de server om updates als die nodig zijn. De server wacht passief op een verzoek om updates van zijn clients. Alle updates worden dus op initiatief van de client gedaan. De server stuurt nooit ongevraagde updates. Gebruikers moeten de CVSup client handmatig draaien om te updaten of een cron taak instellen om op regelmatige basis bij te werken. De term CVSup, op de gegeven wijze geschreven, doelt op het complete softwarepakket. De belangrijkste componenten zijn de client cvsup, die op de machine van een gebruiker draait, en de server cvsupd, die op alle &os; mirrorsites draait. In de &os; documentatie en op de mailinglijsten zijn referenties aan sup te vinden. Sup was de voorloper van CVSup en diende hetzelfde doel. CVSup wordt op dezelfde manier gebruikt als sup en gebruikt zelfs bestanden met instellingen die ook te gebruiken zijn met sup. Sup wordt niet langer gebruikt in het &os; project omdat CVSup sneller en flexibeler is. De csup applicatie is een herschreven versie van CVSup in de C taal. Het grootste voordeel ervan is dat het sneller is en dat het niet afhankelijk is van de Modula-3 taal, dus dat hoeft niet geïnstalleerd te worden als afhankelijkheid. Sterker nog als gebruik wordt gemaakt van &os; 6.2 of later, wordt de applicatie standaard meegeleverd, oudere versies hebben dit echter niet, maar deze kunnen simpel de net/csup port installeren of een vooraf gecompileerd pakket. Als ervoor gekozen is om csup te gebruiken, sla dan de installatie stappen voor CVSup over en vervang de referenties naar CVSup met csup terwijl de rest van het artikel gevolgd wordt. Installatie De meest eenvoudige wijze van installatie van CVSup is met het voorgecompileerde pakket net/cvsup uit de &os; pakkettencollectie. Als het gewenst is, kan CVSup ook uit de broncode gebouwd worden in net/cvsup. De net/cvsup port is afhankelijk van het Modula-3 systeem en dat kan wel even duren en er is ook nogal wat schijfruimte voor nodig om het te downloaden en te bouwen. Als CVSup gebruikt gaat worden op een machine waarop geen &xfree86; of &xorg; staat, zoals een server, dan dient de port waar geen CVSup GUI bij zit geïnstalleerd te worden: net/cvsup-without-gui. Als csup geïnstalleerd moet worden op &os; 6.1 of eerder, kan gebruik gemaakt worden van een van te voren gecompileerd net/csup pakket van de &os; pakkettencollectie, of als de voorkeur wordt gegeven aan het volledig compileren van csup, kan gebruik gemaakt worden van de net/csup port. CVSup instellingen De werking van CVSup wordt gestuurd door een bestand met instellingen met de naam supfile. Er staan een aantal supfiles als voorbeeld in de map /usr/share/examples/cvsup/. De informatie in een supfile beantwoordt de volgende vragen voor CVSup: Welke bestanden moeten ontvangen worden? Welke versies daarvan moeten ontvangen worden? Waar moeten ze vandaan komen? Waar moeten ze komen te staan? Waar moet cvsup zijn statusbestanden bijhouden? In de volgende paragrafen wordt een supfile bestand opgebouwd door achtereenvolgens alle gestelde vragen te beantwoorden. Als eerste wordt de algemene structuur van een supfile beschreven. Een supfile is een tekstbestand. Commentaar begint met een # en loopt tot het einde van de regel. Lege regels en regels die alleen commentaar bevatten worden genegeerd. Iedere regel die overblijft slaat op een groep bestanden die ontvangen moet worden. De regel begint met de naam van een collectie, een logische groep bestanden op de server. De naam van de collectie geeft de server aan welke bestanden er gestuurd moeten worden. Na de naam van de collectie komen er geen of meer velden die gescheiden worden door witruimte. Die velden beantwoorden de hierboven gestelde vragen. Er zijn twee soorten velden: vlagvelden en waardevelden. Een vlagveld bestaat uit een alleenstaand sleutelwoord, bijvoorbeeld delete of compress. Een waardeveld begint ook met een sleutelwoord, maar het sleutelwoord wordt direct (zonder witruimte) gevolgd door = en een tweede woord. release=cvs is bijvoorbeeld een waardeveld. In een supfile wordt meestal aangegeven dat er meerdere collecties ontvangen moeten worden. Het is mogelijk om een supfile te structureren door expliciet alle relevante velden aan te geven voor iedere collectie, maar dat maakt de regels in de supfile nogal lang en het is onhandig omdat de meeste velden hetzelfde zijn voor alle collecties in een supfile. CVSup biedt een systeem met standaardinstellingen om dit probleem te omzeilen. Regels die beginnen met de speciale pseudo-collectienaam *default kunnen gebruikt worden om standaarden in te stellen voor de collecties die er in de supfile achteraan komen. Een standaardwaarde kan voor individuele collecties overschreven worden door een andere waarde in de collectie zelf aan te geven. Standaarden kunnen ook middenin het bestand gewijzigd of aangevuld worden met extra *default regels. Na deze achtergronden wordt er nu een supfile samengesteld voor het ontvangen en bijwerken van de hoofd broncodestructuur van &os;-CURRENT. Welke bestanden moeten ontvangen worden? De bestanden die via CVSup beschikbaar zijn, zijn beschikbaar in groepen die collecties heten. De beschikbare collecties staan beschreven in de volgende paragraaf. In dit voorbeeld is het de bedoeling dat de hele hoofd broncodestructuur voor &os; wordt ontvangen. Daar is één grote collectie voor: src-all. De eerste stap in het maken van een supfile is het opsommen van de gewenste collecties, één per regel (in dit geval maar één regel): src-all Welke versies daarvan moeten ontvangen worden? Met CVSup kan vrijwel iedere versie van de broncode die ooit heeft bestaan opgehaald worden. Dat kan omdat de cvsupd server direct vanaf het CVS depot werkt, dat alle versies bevat. Er kan aangegeven welke ontvangen moeten worden met de waardevelden tag= en . Voorzichtigheid is geboden bij het correct aangeven van velden met tag=. Sommige labels zijn alleen geldig voor bepaalde collecties of bestanden. Als ze incorrect worden aangeven of als er een spelfout wordt gemaakt in een label, verwijdert CVSup bestanden waarvan dat waarschijnlijk niet de bedoeling is. Het label tag=. dient eigenlijk alleen gebruikt te worden voor de ports-* collecties. Het veld tag= benoemt een symbolisch label in het depot. Er zijn twee soorten labels: revisielabels en taklabels. Een revisielabel refereert aan een specifieke revisie. De betekenis blijft altijd hetzelfde. Een taklabel refereert echter aan de laatste revisie van een gegeven ontwikkellijn op een gegeven moment. Omdat een taklabel niet refereert aan een specifieke revisie, kan het morgen iets anders betekenen dan vandaag. beschrijft de meest interessante taklabels. Als er in het instellingenbestand van CVSup een label wordt aangegeven, moet dat vooraf gegaan worden door tag= (RELENG_4 zal tag=RELENG_4 worden). Voor de Portscollectie is alleen tag=. relevant. Labels dienen exact zo ingegeven te worden als ze staan beschreven. CVSup kan geen onderscheid maken tussen geldige en ongeldige labels. Als er een spelfout in een label wordt gemaakt, doet CVSup alsof er een geldig label is ingegeven dat aan geen enkel bestand refereert. Dan zal CVSup de bestaande broncode wissen. Bij het aangeven van een taklabel wordt meestal de laatste versie van de bestanden voor een bepaalde ontwikkellijn ontvangen. Om een oudere versie te ontvangen kan in het veld een datum opgegeven worden. In &man.cvsup.1; staat hoe dat werkt. Om bijvoorbeeld &os;-CURRENT te ontvangen dient het volgende aan het begin van supfile toegevoegd te worden: *default tag=. Er ontstaat een belangrijk speciaal geval als er geen velden met tag= of date= worden aangegeven. In dat geval worden de eigenlijke RCS bestanden direct uit het CVS depot van de server ontvangen in plaats van dat een bepaalde versie wordt ontvangen. Ontwikkelaars geven in het algemeen de voorkeur aan deze optie. Door zelf een kopie van de broncode op hun systeem te hebben, krijgen ze de mogelijkheid om zelf door eerdere versies van bestanden te bladeren en de geschiedenis ervan te bekijken. Dit voordeel kost wel veel schijfruimte. Waar moeten ze vandaan komen? Het veld host= wordt gebruikt om cvsup aan te geven waar de updates vandaan moeten komen. Dat kan van elke CVSup mirrorsite, hoewel er wordt aangeraden een site die geografisch dichtbij ligt te kiezen. In dit voorbeeld wordt een fictieve &os; distributiesite gebruikt, cvsup99.FreeBSD.org: *default host=cvsup99.FreeBSD.org In een werkelijke situatie dient de hostnaam gewijzigd te worden in een host die echt bestaat voordat CVSup gaat draaien. Iedere keer dat cvsup wordt gestart, kan er een andere host op de commandoregel opgegeven worden met de optie . Waar moeten ze komen te staan? Het veld prefix= geeft cvsup aan waar de ontvangen bestanden terecht moeten komen. In dit voorbeeld worden de bestanden direct in de hoofd broncodestructuur /usr/src geplaatst. De map src is al impliciet in de gekozen collecties, vandaar dat het onderstaande de juiste instelling is: *default prefix=/usr Waar moet cvsup zijn statusbestanden bijhouden? De CVSup client houdt statusbestanden bij in een map die base wordt genoemd. Die bestanden helpen CVSup efficiënter te werken door bij te houden welke updates al eerder zijn ontvangen. Hier wordt de standaard basemap gebruikt, /var/db: *default base=/var/db De bovenstaande instelling wordt standaard gebruikt als die niet wordt aangegeven in de supfile, dus hij is eigenlijk niet nodig. Als de basemap niet al bestaat, moet die gemaakt worden. De cvsup client weigert te draaien als de basemap niet bestaat. Allerlei supfile instellingen: Er is nog een regel die in een supfile moet staan: *default release=cvs delete use-rel-suffix compress release=cvs geeft de server aan dat de informatie uit het &os; hoofd CVS depot moet komen. Dat is eigenlijk altijd het geval, maar er zijn mogelijkheden die buiten het bereik van dit handboek vallen. delete geeft CVSup het recht om bestanden te verwijderen. Dit moet altijd aangegeven worden zodat CVSup de broncode altijd kan bijwerken. CVSup gaat voorzichtig om met het verwijderen van bestanden waar het verantwoordelijk voor is. Extra bestanden in de structuur worden met rust gelaten. use-rel-suffix is nogal geheimzinnig. Voor de nieuwsgierigen staat er meer over in &man.cvsup.1;. Anders kan het gewoon ingesteld worden zonder erover na te denken. compress schakelt het gebruikt van gzip compressie in voor het communicatiekanaal. Als de verbinding een E1 of sneller is, hoeft er geen compressie gebruikt te worden. Anders helpt het aanzienlijk. Alles combinerend: Hieronder staat de hele supfile uit het voorbeeld: *default tag=. *default host=cvsup99.FreeBSD.org *default prefix=/usr *default base=/var/db *default release=cvs delete use-rel-suffix compress src-all Het bestand <filename>refuse</filename> Zoals hierboven al is aangegeven, gebruikt CVSup een pull methode. Dat betekent eigenlijk dat er een verbinding wordt gemaakt met de CVSup server en die zegt dan: Dit kan er van mij gedownload worden..., en dan antwoordt de client met: Oké, ik wil dit en dat en zus en zo. Met de standaardinstellingen haalt de CVSup client alle bestanden die bij een collectie en het label horen dat in het bestand met de instellingen is opgegeven. Maar dat is niet altijd wenselijk, in het bijzonder als de doc, ports of www structuren worden gesynchroniseerd. De meeste mensen kunnen geen vier of vijf talen lezen en die hebben de taalspecifieke bestanden dus niet nodig. Als de Portscollectie met CVSup wordt opgehaald, is het mogelijk om iedere collectie apart aan te geven (bijvoorbeeld ports-astrology, ports-biology, enzovoort, in plaats van eenvoudigweg ports-all). Maar omdat de doc en www structuren geen taalspecifieke collecties hebben, moet er gebruik gemaakt worden van een van de vele mooie mogelijkheden van CVSup: het bestand refuse. Het bestand refuse geeft CVSup in feite aan dat niet ieder bestand uit een collectie opgehaald moet worden. Het geeft dus aan dat de client bepaalde bestanden van de server moet weigeren. Het bestand refuse staat in (of kan gemaakt worden in) base/sup/. base staat ingesteld in supfile. De standaardlocatie voor base is /var/db. De standaardplaats voor refuse is dus /var/db/sup/refuse. Het bestand refuse heeft een erg eenvoudige opmaak. Het bevat de namen van de bestanden die niet gedownload mogen worden. Als een gebruiker bijvoorbeeld geen andere talen spreekt dan Engels en Nederlands, maar de Nederlandse vertaling van de documentatie hoeft niet binnengehaald te worden, dan kan het volgende in het bestand refuse gezet worden: doc/bn_* doc/da_* doc/de_* doc/el_* doc/es_* doc/fr_* doc/hu_* doc/it_* doc/ja_* doc/mn_* doc/nl_* doc/no_* doc/pl_* doc/pt_* doc/ru_* doc/sr_* doc/tr_* doc/zh_* Dit gaat zo door voor de andere talen. De volledige lijst staat in het &os; CVS depot. Met deze handige eigenschap kunnen gebruikers met langzamere verbindingen of zij die per minuut voor hun Internetverbinding betalen waardevolle tijd besparen omdat er geen bestanden meer gedownload worden die nooit gebruikt worden. Meer informatie over refuse bestanden en andere leuke mogelijkheden van CVSup staat in de handleiding. <application>CVSup</application> draaien Nu kan het bijwerken beginnen. Het commando is best wel eenvoudig: &prompt.root; cvsup supfile De supfile is de naam van het supfile bestand dat gebruikt moet worden. Aangenomen dat er X11 draait op een machine, toont cvsup een GUI venster met wat knoppen om de bekende acties uit te voeren. Het proces start na het klikken op de knop go. Omdat in dit voorbeeld de werkelijke structuur in /usr/src wordt bijgewerkt, moet het programma als root uitgevoerd worden, zodat cvsup de rechten heeft die het nodig heeft om de bestanden bij te werken. Het is voorstelbaar dat de benodigde rechten, het net gemaakte bestand met instellingen en het voor de eerste keer draaien van een programma zorgt voor wat onrust. Daarom is het mogelijk proef te draaien zonder dat er bestanden gewijzigd worden. Dat kan door ergens een lege map te maken en een extra argument mee te geven op de commandoregel: &prompt.root; mkdir /var/tmp/dest &prompt.root; cvsup supfile /var/tmp/dest De opgegeven map is de bestemming voor alle bestandsupdates. CVSup bekijkt wel de bestanden in /usr/src, maar wijzigt ze niet. Alle updates belanden in /var/tmp/dest/usr/src. CVSup werkt ook de statusbestanden niet bij als het op deze wijze wordt uitgevoerd. De nieuwe versies van de bestanden worden naar de aangegeven map geschreven. Als er maar leestoegang is tot /usr/src, hoeft een gebruiker zelfs geen root te zijn bij het uitvoeren van dit experiment. Als er geen X11 draait of als het niet wenselijk is een GUI te gebruiken, dan kunnen daarvoor opties op de commandoregel meegegeven worden bij het draaien van cvsup: &prompt.root; cvsup -g -L 2 supfile De optie geeft CVSup aan dat de GUI niet gebruikt hoeft te worden. Dit gebeurt automatisch als X11 niet draait, maar anders moet het aangegeven worden. De optie geeft CVSup aan dat details getoond moeten worden over alle bestanden die bijgewerkt worden. Er zijn drie niveaus van uitvoerigheid, van tot . Standaard is het 0, wat betekent dat er geen enkel bericht wordt getoond, met uitzondering van foutmeldingen. Er zijn nog veel andere opties beschikbaar. Met cvsup -H wordt een lijst met korte uitleg getoond. Beschrijvingen met meer details staan in de handleiding. Als het bijwerken op de gewenste manier loopt, kan het regulier draaien van CVSup met &man.cron.8; ingesteld worden. Natuurlijk hoort CVSup zonder GUI te draaien als het programma vanuit de &man.cron.8; draait. <application>CVSup</application> bestandscollecties De via CVSup beschikbare bestandscollecties zijn hiërarchisch georganiseerd. Er zijn een paar grote collecties en die zijn opgedeeld in kleinere subcollecties. Het ontvangen van een collectie is hetzelfde als het ontvangen van alle subcollecties. De hiërarchische relatie tussen de collecties wordt hieronder aangegeven door het niveau van inspringen. De meest gebruikte collecties zijn src-all en ports-all. De andere collecties worden door kleine groepen mensen gebruikt voor bijzondere doeleinden en sommige mirrorsites hebben ze niet allemaal. cvs-all release=cvs Het &os; CVS hoofddepot, inclusief de cryptografische code. distrib release=cvs Bestanden die betrekking hebben op het verspreiden en spiegelen van &os;. doc-all release=cvs Broncode voor het &os; Handboek en andere documentatie, zonder de bestanden voor de &os; website. ports-all release=cvs De &os; Portscollectie. Als ports-all (het complete portssysteem) niet bijgewerkt hoeft te worden, maar enkele van de onderstaande subcollecties, dan moet altijd ook de ports-base subcollectie bijgewerkt worden! Als er iets wijzigt in de infrastructuur van de ports waar ports–base voor staat, is het vrijwel zeker dat die wijzigingen heel snel door echte ports gebruikt gaan worden. Dus als alleen de echte ports bijgewerkt worden en als die gebruik maken van nieuwe mogelijkheden, dan is de kans groot dat het bouwen daarvan foutloopt met een vage foutmelding. Het eerste dat gedaan moeten worden is ervoor zorgen dat de ports-base subcollectie is bijgewerkt. Bij het zelf bouwen van een lokale kopie van ports/INDEX moet ports-all geaccepteerd worden (de hele port structuur). Het bouwen van ports/INDEX met een gedeeltelijke structuur wordt niet ondersteund. Zie ook de FAQ. ports-accessibility release=cvs Software voor minder valide gebruikers. ports-arabic release=cvs Ondersteuning voor de Arabische taal. ports-archivers release=cvs Archiveringshulpmiddelen. ports-astro release=cvs Astronomie ports. ports-audio release=cvs Geluidsondersteuning. ports-base release=cvs De infrastructuur van de Portscollectie. Bestanden uit de mappen Mk/ en Tools/ van /usr/ports. Zie ook de belangrijke waarschuwing hierboven: deze subcollectie dient altijd bijgewerkt te worden als er een onderdeel van de &os; Portscollectie wordt bijgewerkt! ports-benchmarks release=cvs Benchmarks. ports-biology release=cvs Biologie. ports-cad release=cvs Computer aided design programma's. ports-chinese release=cvs Ondersteuning voor de Chinese taal. ports-comms release=cvs Communicatiesoftware. ports-converters release=cvs Karaktercode omzetters. ports-databases release=cvs Databases. ports-deskutils release=cvs Dingen die op een bureaublad stonden voordat computers waren uitgevonden. ports-devel release=cvs Ontwikkelhulpmiddelen. ports-dns release=cvs DNS gerelateerde software. ports-editors release=cvs Editors. ports-emulators release=cvs Emulatoren voor besturingssystemen. ports-finance release=cvs Monetaire, financiële en gerelateerde applicaties. ports-ftp release=cvs FTP client en server programma's. ports-games release=cvs Spelletjes. ports-german release=cvs Ondersteuning voor de Duitse taal. ports-graphics release=cvs Grafische programma's. ports-hebrew release=cvs Ondersteuning voor de Hebreeuwse taal. ports-hungarian release=cvs Ondersteuning voor de Hongaarse taal. ports-irc release=cvs Internet Relay Chat hulpprogramma's. ports-japanese release=cvs Ondersteuning voor de Japanse taal. ports-java release=cvs &java; programma's. ports-korean release=cvs Ondersteuning voor de Koreaanse taal. ports-lang release=cvs Programmeertalen. ports-mail release=cvs Mailsoftware. ports-math release=cvs Numerieke rekensoftware. ports-mbone release=cvs MBone applicaties. ports-misc release=cvs Verschillende programma's. ports-multimedia release=cvs Multimedia software. ports-net release=cvs Netwerksoftware. ports-net-im release=cvs Berichtenuitwisseling. ports-net-mgmt release=cvs Netwerkbeheersoftware. ports-net-p2p release=cvs Peer to Peer Netwerken ports-news release=cvs USENET news software. ports-palm release=cvs Softwareondersteuning voor Palm apparatuur. ports-polish release=cvs Ondersteuning voor de Poolse taal. ports-ports-mgmt release=cvs Programma's om ports en pakketten te beheren. ports-portuguese release=cvs Ondersteuning voor de Portugese taal. ports-print release=cvs Printsoftware. ports-russian release=cvs Ondersteuning voor de Russische taal. ports-science release=cvs Wetenschappelijk. ports-security release=cvs Beveiligingsprogramma's. ports-shells release=cvs Commandoregelshells. ports-sysutils release=cvs Systeemprogramma's. ports-textproc release=cvs Tekstverwerkingsprogramma's (zonder desktop publishing). ports-ukrainian release=cvs Ondersteuning voor de Oekraïense taal. ports-vietnamese release=cvs Ondersteuning voor de Viëtnamese taal. ports-www release=cvs Software gerelateerd aan het Wereldwijde Web. ports-x11 release=cvs Ports voor het X windowsysteem. ports-x11-clocks release=cvs X11 klokken. ports-x11-drivers release=cvs X11-stuurprogramma's ports-x11-fm release=cvs X11 bestandsbeheerders. ports-x11-fonts release=cvs X11 lettertypen en lettertypeprogramma's. ports-x11-toolkits release=cvs X11 hulpprogramma's. ports-x11-servers release=cvs X11 servers. ports-x11-themes X11 thema's. ports-x11-wm release=cvs X11 vensterbeheerprogramma's. projects-all release=cvs Broncode's voor de &os; projecten repository. src-all release=cvs De hoofdbroncode van &os;, inclusief de cryptografische code. src-base release=cvs Verschillende bestanden bovenin de /usr/src structuur. src-bin release=cvs Gebruikersprogramma's die wellicht nodig zijn in single-user modus (/usr/src/bin). src-cddl release=cvs Programma's en bibliotheken die uitgegeven zijn onder de CDDL licentie (/usr/src/cddl). src-contrib release=cvs Programma's en bibliotheken van buiten het &os; project die vrijwel ongewijzigd gebruikt worden (/usr/src/contrib). src-crypto release=cvs Cryptografische programma's en bibliotheken van buiten het &os; project, die vrijwel ongewijzigd worden gebruikt (/usr/src/crypto). src-eBones release=cvs Kerberos en DES (/usr/src/eBones). Niet gebruikt in recente uitgaves van &os;. src-etc release=cvs Bestanden met systeeminstellingen (/usr/src/etc). src-games release=cvs Spelletjes (/usr/src/games). src-gnu release=cvs Programma's die onder de GNU Public License vallen (/usr/src/gnu). src-include release=cvs Headerbestanden (/usr/src/include). src-kerberos5 release=cvs Kerberos5 beveiligingspakket (/usr/src/kerberos5). src-kerberosIV release=cvs KerberosIV beveiligingspakket (/usr/src/kerberosIV). src-lib release=cvs Bibliotheken (/usr/src/lib). src-libexec release=cvs Systeemprogramma's die meestal door andere programma's worden uitgevoerd (/usr/src/libexec). src-release release=cvs Bestanden die nodig zijn voor het maken van een &os; release (/usr/src/release). src-release release=cvs Statisch gelinkte programma's voor nood onderhoud, zie &man.rescue.8; (/usr/src/rescue). src-sbin release=cvs Systeemprogramma's voor single-user modus (/usr/src/sbin). src-secure release=cvs Cryptografische bibliotheken en commando's (/usr/src/secure). src-share release=cvs Bestanden die tussen meerdere systemen gedeeld kunnen worden (/usr/src/share). src-sys release=cvs De kernel (/usr/src/sys). src-sys-crypto release=cvs Cryptografische kernelcode (/usr/src/sys/crypto). src-tools release=cvs Verschillende hulpprogramma's voor het onderhoud van &os; (/usr/src/tools). src-usrbin release=cvs Gebruikersprogramma's (/usr/src/usr.bin). src-usrsbin release=cvs Systeemprogramma's (/usr/src/usr.sbin). www release=cvs De broncode voor de &os; website. distrib release=self De instellingenbestanden van de CVSup server zelf. Gebruikt door de CVSup mirrorsites. gnats release=current De GNATS bug-tracking database. mail-archive release=current &os; mailinglijstarchief. www release=current De voorbewerkte &os; websitebestanden (niet de broncode). Gebruikt door WWW mirrorsites. Voor meer informatie De CVSup FAQ en andere informatie over CVSup is te vinden op De CVSup Homepage. De meeste &os;–gerelateerde discussie over CVSup vindt plaats op de &a.hackers;. Daar worden nieuwe versies van de software aangekondigd, net als op de &a.announce;. Voor vragen en foutrapporten moet een kijkje genomen worden op de CVSup FAQ CVSup sites CVSup servers voor &os; draaien op de onderstaande sites. &chap.mirrors.cvsup.inc; CVS labels Bij het ophalen of bijwerken van broncode met cvs of CVSup moet een revisielabel meegegeven worden. Een revisielabel refereert aan een specifieke lijn in de &os; ontwikkeling of aan een specifiek moment in de tijd. Het eerste type heet taklabel (branch tag) en het tweede type heet releaselabel (release tag). Taklabels Deze zijn, met uitzondering van HEAD (dat altijd een geldig label is), alleen van toepassing op de src/ structuur. De ports/, doc/ en www/ structuren kennen geen takken. HEAD Symbolische naam voor de hoofdlijn van &os;-CURRENT. Ook de standaard als geen revisie is aangegeven. In CVSup wordt dit label aangegeven met een . (dat is dus geen interpunctie, maar een echt . karakter). In CVS is dit de standaard als er geen revisielabel is aangegeven. Het is meestal geen goed idee om een checkout of update van CURRENT broncode op een STABLE machine te doen, tenzij dat expliciet de bedoeling is. RELENG_8 De ontwikkellijn voor &os;-8.X, ook bekend als &os; 8-STABLE. + + RELENG_8_1 + + + De uitgavetak voor &os;-8.1, alleen gebruikt voor + beveiligingswaarschuwingen en andere kritische + aanpassingen. + + + RELENG_8_0 De uitgavetak voor &os;-8.0, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_7 De ontwikkellijn voor &os;-7.X, ook bekend als &os; 7-STABLE. RELENG_7_3 De uitgavetak voor &os;-7.3, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_7_2 De uitgavetak voor &os;-7.2, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_7_1 De uitgavetak voor &os;-7.1, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_7_0 De uitgavetak voor &os;-7.0, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_6 De ontwikkellijn voor &os;-6.X, ook bekend als &os; 6-STABLE. RELENG_6_4 De uitgavetak voor &os;-6.4, alleen gebruikt voor beveiligingsadviezen en andere kritieke reparaties. RELENG_6_3 De uitgavetak voor &os;-6.3, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_6_2 De releasetak voor &os;-6.2, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_6_1 De releasetak voor &os;-6.1, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_6_0 De releasetak voor &os;-6.0, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5 De ontwikkellijn voor &os;-5.X, ook bekend als &os; 5-STABLE. RELENG_5_5 De releasetak voor &os;-5.5, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5_4 De releasetak voor &os;-5.4, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5_3 De releasetak voor &os;-5.3, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5_2 De releasetak voor &os;-5.2 en &os;-5.2.1, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5_1 De releasetak voor &os;-5.1, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_5_0 De releasetak voor &os;-5.0, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4 De ontwikkellijn voor &os;-4.X, ook bekend als &os; 4-STABLE. RELENG_4_11 De releasetak voor &os;-4.11, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_10 De releasetak voor &os;-4.10, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_9 De releasetak voor &os;-4.9, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_8 De releasetak voor &os;-4.8, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_7 De releasetak voor &os;-4.7, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_6 De releasetak voor &os;-4.6 en &os;-4.6.2, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_5 De releasetak voor &os;-4.5, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_4 De releasetak voor &os;-4.4, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_4_3 De releasetak voor &os;-4.3, alleen gebruikt voor beveiligingswaarschuwingen en andere kritische aanpassingen. RELENG_3 De ontwikkellijn voor &os;-3.X, ook bekend als 3.X-STABLE. RELENG_2_2 De ontwikkellijn voor &os;-2.2.X, ook bekend als 2.2-STABLE. Deze tak is sterk verouderd. Releaselabels Deze labels refereren aan een specifiek moment in de tijd waarop een versie van &os; is uitgegeven. Het proces om tot een release te komen is gedetailleerder beschreven in de Release Engineering Informatie en Release Proces documenten. De src structuur gebruikt labelnamen die beginnen met RELENG_ labels. De ports en doc structuren gebruiken labels waarvan de naam begint met het label RELEASE. De www tenslotte, is niet gemarkeerd met een bijzondere naam bij releases. RELENG_8_0_0_RELEASE &os; 8.0 RELENG_7_3_0_RELEASE &os; 7.3 RELENG_7_2_0_RELEASE &os; 7.2 RELENG_7_1_0_RELEASE &os; 7.1 RELENG_7_0_0_RELEASE &os; 7.0 RELENG_6_4_0_RELEASE &os; 6.4 RELENG_6_3_0_RELEASE &os; 6.3 RELENG_6_2_0_RELEASE &os; 6.2 RELENG_6_1_0_RELEASE &os; 6.1 RELENG_6_0_0_RELEASE &os; 6.0 RELENG_5_5_0_RELEASE &os; 5.5 RELENG_5_4_0_RELEASE &os; 5.4 RELENG_4_11_0_RELEASE &os; 4.11 RELENG_5_3_0_RELEASE &os; 5.3 RELENG_4_10_0_RELEASE &os; 4.10 RELENG_5_2_1_RELEASE &os; 5.2.1 RELENG_5_2_0_RELEASE &os; 5.2 RELENG_4_9_0_RELEASE &os; 4.9 RELENG_5_1_0_RELEASE &os; 5.1 RELENG_4_8_0_RELEASE &os; 4.8 RELENG_5_0_0_RELEASE &os; 5.0 RELENG_4_7_0_RELEASE &os; 4.7 RELENG_4_6_2_RELEASE &os; 4.6.2 RELENG_4_6_1_RELEASE &os; 4.6.1 RELENG_4_6_0_RELEASE &os; 4.6 RELENG_4_5_0_RELEASE &os; 4.5 RELENG_4_4_0_RELEASE &os; 4.4 RELENG_4_3_0_RELEASE &os; 4.3 RELENG_4_2_0_RELEASE &os; 4.2 RELENG_4_1_1_RELEASE &os; 4.1.1 RELENG_4_1_0_RELEASE &os; 4.1 RELENG_4_0_0_RELEASE &os; 4.0 RELENG_3_5_0_RELEASE &os;-3.5 RELENG_3_4_0_RELEASE &os;-3.4 RELENG_3_3_0_RELEASE &os;-3.3 RELENG_3_2_0_RELEASE &os;-3.2 RELENG_3_1_0_RELEASE &os;-3.1 RELENG_3_0_0_RELEASE &os;-3.0 RELENG_2_2_8_RELEASE &os;-2.2.8 RELENG_2_2_7_RELEASE &os;-2.2.7 RELENG_2_2_6_RELEASE &os;-2.2.6 RELENG_2_2_5_RELEASE &os;-2.2.5 RELENG_2_2_2_RELEASE &os;-2.2.2 RELENG_2_2_1_RELEASE &os;-2.2.1 RELENG_2_2_0_RELEASE &os;-2.2.0 AFS sites Er draaien AFS servers voor &os; op de volgende sites: Zweden Het pad naar de bestanden is: /afs/stacken.kth.se/ftp/pub/FreeBSD/ stacken.kth.se # Stacken Computer Club, KTH, Sweden 130.237.234.43 #hot.stacken.kth.se 130.237.237.230 #fishburger.stacken.kth.se 130.237.234.3 #milko.stacken.kth.se Beheerder: ftp@stacken.kth.se rsync sites De volgende sites bieden &os; aan via het protocol rsync. Het programma rsync werkt vrijwel hetzelfde als &man.rcp.1;, maar kent meer mogelijkheden en gebruikt het rsync remote-update protocol, dat alleen verschillen tussen twee groepen bestanden overbrengt, waardoor het synchroniseren via een netwerk drastisch wordt versneld. Dit kan het beste gedaan worden als er een mirrorsite voor de &os; FTP server of het &os; CVS depot draait. De rsync suite is voor veel besturingssystemen beschikbaar. Voor &os; kan het pakket of de port uit net/rsync geïnstalleerd worden. Tsjechië rsync://ftp.cz.FreeBSD.org/ Beschikbare collecties: ftp: een gedeeltelijke mirror van de &os; FTP server. &os;: een volledige mirror van de &os; FTP server. Nederland rsync://ftp.nl.FreeBSD.org/ Beschikbare collecties: &os;: een volledige mirror van de &os; FTP server. Rusland rsync://ftp.mtu.ru/ Beschikbare collecties: &os;: een volledige spiegel van de FTP-server van &os;. &os;-gnats: De GNATS bug-tracking database. &os;-archief: spiegel van de &os; Archive FTP-server. Taiwan rsync://ftp.tw.FreeBSD.org/ rsync://ftp2.tw.FreeBSD.org/ rsync://ftp6.tw.FreeBSD.org/ Beschikbare collecties: FreeBSD: een volledige mirror van de &os; FTP server. Verenigd Koninkrijk rsync://rsync.mirrorservice.org/ Beschikbare collecties: sites/ftp.freebsd.org: een volledige mirror van de &os; FTP server. Verenigde Staten van Amerika rsync://ftp-master.FreeBSD.org/ Deze server mag alleen gebruikt worden door &os; primaire mirrorsites. Beschikbare collecties: &os;: het masterarchief van de &os; FTP server. acl: de &os; master ACL lijst. rsync://ftp13.FreeBSD.org/ Beschikbare collecties: &os;: een volledige mirror van de &os; FTP server.